De provincie Friesland wil de opzet van een grondbank in april door Provinciale Staten loodsen. Zo’n grondbank was een harde eis van boerenbelangenorganisaties, maar nu kijken ze kritisch mee. ‘De provincie wil de mogelijkheid creëren grond te onteigen; wij willen zwart op wit dat daar te allen tijde een reële vergoeding tegenover staat in de vorm van grond of geld’, zegt Alle de Vries.

 

Om het veenweidegebied toekomstperspectief te blijven bieden, is vanuit de boerenwereld veel en vaak gehamerd op het instellen van een grondbank. Begin maart maakte Provincie Fryslân bekend 23,5 miljoen euro hiervoor beschikbaar te stellen én de circa 400 hectare grond die ze nu al bezit, in te brengen.
Met een grondbank als instrument kan grond effectief geruild worden en de grondbank kan helpen bij de aankoop van extra compenserende gronden. Dit is nodig wanneer boeren in het veenweidegebied een deel van hun huidige gronden in moeten leveren voor waterberging; of kwaliteitsverlies optreedt door waterpeilverhogingen.
In het voorstel zoals nu opgesteld, staat echter dat de provincie gemachtigd is om grond te onteigenen als dit nodig is voor de aanleg nieuwe natuur. ‘Dit is een laatste redmiddel en wordt alleen ingezet als het gaat om de allerlaatste hectares in een groot aangesloten gebied’, schrijft de Provincie.

‘Iedereen weet immers dat landbouwgrond dat verandert in natuurgrond in waarde daalt.’

Alle de Vries is voorzitter van de gebiedscommissie It Lege Midden. Vanuit die functie behartigt hij de belangen van de boeren in de stuurgroep Veenweide. Hij snapt de opstelling van de provincie om onteigening mogelijk te willen maken als het om de laatste hectares gaat in een gebied, maar is niet gerust op de uitwerking. ‘Als in een gebied speelt dat agrarische grond opgekocht wordt voor natuur, is de waarde van die hectares reeds enorm gedaald. Iedereen weet immers dat die landbouwgrond verandert in natuurgrond. Wij willen daarom per se dat in het voorstel voor de nieuwe grondbank zwart op wit komt dat een grondeigenaar een reële vergoeding krijgt voor die hectares die hij of zij in zo’n geval verplicht moet inleveren. Dat betekent of meer hectares op een andere plek, of meer euro’s. De waardedaling kan immers zomaar oplopen tot € 20.000 of meer per hectare.’
De Vries noemt dit een heikel punt. Toch heeft hij er vertrouwen in dat de verschillende partijen eruit komen. ‘Onze argumenten zijn sterk. Wij vertrouwen erop dat de politiek hier ontvankelijk voor is.’

Voldoende geld om te beginnen
Uit boerenkring klinkt ook de klacht dat € 23,5 miljoen te weinig is om de grondruil en extra benodigde grond te financieren. ‘Het is een begin. Een goed begin’, zegt De Vries. ‘Je kunt wel wachten tot alle puntjes op de ï staan, maar dan gebeurt er nog lange tijd niets. Met hulp van de grond die de provincie zelf inbrengt, kan al veel geruild worden of extra geld beschikbaar komen. Blijkt er toch te weinig geld beschikbaar, wat op termijn inderdaad best zo kan zijn, dan zijn er bij het Rijk en de Provincie nog meer middelen beschikbaar.’

Duurzaam grondgebruik
De inbreng van de circa 400 hectare grond van de Provincie, heeft waarschijnlijk wel gevolgen voor de boeren die een deel van die hectares nu pachten. Die pacht werd de laatste jaren allemaal al teruggebracht naar éénjarige pacht om zo vrij te kunnen spelen voor de grondbank die nu effectief wordt. ‘Eenjarige pacht is natuurlijk niet in lijn met duurzaam grondgebruik’, zegt De Vries. ‘Als de provincie straks in het veenweidegebied de rol als verpachter uitbreidt, is die vorm van pacht ook absoluut onwenselijk. Zo staat het ook nadrukkelijk niet beschreven in de opzet van de grondbank en wij gaan er ook op toekijken dat we hier louter werken met koop op meerjarige pacht.’

Realisatie kost nog paar jaar
De realisatie van de grondbank lijkt er binnenkort dan eindelijk echt te komen. Dat is echter slechts de stap op papier. Hoewel er al veel denk- en tekenwerk is verricht in de verschillende gebieden, kost het daadwerkelijke herinrichten waarschijnlijk nog wel een paar jaar.
In de eerder aangewezen acht kansrijke gebieden gaan de gebiedscommissies verder aan de slag om de wensen van de boeren uit te tekenen; vergelijkbaar met ruilverkavelingen van weleer. In die commissies zullen naast de provincie, waterschap en natuurorganisaties ook altijd een paar boeren vertegenwoordigd zijn.
Daarboven komt een soort hoofdbestuur die de Friese grondbank als geheel aanstuurt. Of Alle de Vries, of de huidige overall voorzitter van de boerenbelangengroepen Geart Benedictus, hierin een zit krijgt? ‘Daar hebben we het al wel over gehad, maar komen we binnenkort op terug’, besluit De Vries met een lach.

Vorig artikelStikstof is puur politiek
Volgend artikelDe kaarten in stikstofdebat zijn geschud