Meerdere jaren op rij zag Wilco Jensma zijn buurman-akkerbouwer succesvol luzerne telen. Nu acht hij de tijd rijp het ook zelf te gaan proberen. ‘Het gewas past goed in ons rantsoen en het helpt mij om goud te scoren in het nieuwe GLB. Maar de grootste trigger was de hoge kunstmestprijs.’
Wilco Jensma melkt in Toornwerd op de Groninger klei zo’n 160 koeien. Voor jongvee heeft hij te weinig fosfaatruimte, deze fokt hij daarom niet zelf op. ‘Ik wil dat waarschijnlijk wel weer zelf doen, maar naast de fosfaatrechten is ook arbeid een knellende factor.’
De melkveehouder heeft ruim 72 hectare in gebruik. Op 7 hectare staan suikerbieten en jaarlijks wordt 15 tot 20 hectare grond geruild met een naastgelegen akkerbouwer voor aardappelteelt. ‘Ons areaal bestaat daardoor voor een groot deel uit jong gras. Dat geeft veel opbrengst, energie en een hoge verteerbaarheid, maar relatief weinig ruw eiwit en structuur. Ik weid de koeien niet, maar in de zomer zetten we vol in op vers gras doormiddel van stalvoedering’, vertelt Jensma. ‘Reed ik afgelopen zomer met de trekker met opraapwagen over het betonpad, dan zag ik vaak de luzerne van de buurman er geweldig bijstaan. Toen ik hem laatst sprak, vertelde hij mij dat het de laatste twee jaar 18 ton aan drogestof per jaar opleverde.’
Puntenpakkers in GLB
Het zette Jensma meer en meer aan het denken. Inzetten op vlinderbloemingen deed hij de laatste jaren al mondjesmaat via de teelt van rode klaver samen met gras. ‘Zeker in de laatste droge jaren was ik erg tevreden over de opbrengst van de klavers.’
Daarbij worden de contouren van het nieuwe GLB steeds duidelijker en daarin zijn eiwitrijke gewassen echte ‘puntenpakkers’, zo redeneerde Jensma. Hij sloot zich aan bij een studieclub Vruchtbare Kringloop Noord-Nederland en dat deed dit inzicht versterken (zie kader). Daarop sloeg hij aan het rekenen wat resulteerde in een duidelijke aanpassing van het bouwplan.
‘Bij luzerne moet je meer spelen met de natuur’
De percelen die afgelopen groeiseizoen nog aardappelen droegen, zijn nu ingezaaid met gras/klaver. En dan niet 3 tot 5 kilo zoals eerder gewoonte was, maar 10 kilo per hectare en een combinatie van rode en witte klaver. ‘Ik heb mij laten informeren over de kwaliteit van witte klavers en die lijkt echt sterk verbeterd qua opbrengend vermogen’, licht Jensma toe. ‘Daarnaast moet de 10 kilo klaver per hectare genoeg zijn voor minimaal 25% klaverdekking in een perceel, de eis die in het nieuwe GLB geldt. Omdat wij na vier jaar de grond weer ruilen voor aardappelteelt, hoeven de klavers ook maar drie jaar op rij te groeien.’
Luzerne tussen gras/klaver
Dit najaar is er 15 hectare gras/klaver gezaaid. In totaal groeit er komend jaar 27 hectare bij Jensma aan tijdelijk grasland met gras/klaver. Daarnaast krijgt luzerne dus een kans. Vooreerst op 5 hectare. De melkveehouder sprak erover met zijn ruwvoeradviseur Siebrand Veenstra van Hoogland BV die ook gecharmeerd is van het uitproberen van deze teelt. ‘Hij en ik geloven beide dat dit gewas ook goed in ons rantsoen past. Door het vele jonge gras dat wij telen en oogsten, heb ik normaal moeite om 150 gram ruw eiwit in de graskuil te krijgen. Luzerne levert al snel een ruw eiwitgehalte van 200 en stuwt dat dus. Alleen is het ook een moeilijke teelt. Bij droogte gedijt het goed, maar we kunnen natuurlijk komend jaar ook best weer eens een nat jaar krijgen. Dan is de opbrengst lager en het gewas ook veel lastiger goed in te kuilen.’
Om die reden wordt gestart met niet meer dan 5 hectare en zijn de kopakkers om het perceel heen ruim aangehouden met gras/klaver. ‘Luzerne is erg gevoelig voor structuurschade. Overal waar je extra met de trekker en wagen overheen rijdt, probeer ik dus geen luzerne te telen.’
Minder kunstmest
Als het weer het toelaat, bemest Jensma de luzerne samen met het gras in het voorjaar met de sleepslang. Kunstmest is daarna niet meer nodig. ‘De kunstmestgift die bij de luzerne wordt bespaard, kunnen wij bij ons jonge gras wel goed gebruiken. Bovendien rijzen de kosten daarvan de pan uit. Ik verwacht dat dat volgend jaar nog zo is en elke kilo kunstmest die ik niet hoef te strooien, maakt dus al snel wat uit in de kosten en het saldo. Eerlijk gezegd is die hoge kunstmestprijs de reden die mij over de streep duwde om dit jaar luzerne eindelijk echt zelf te gaan proberen.’
Hoewel hij de teelt als uitdagend betitelt, ziet Jensma het wel zitten. Hij werkte anderhalf jaar in Canada bij een melkveehouder die luzerne als hoofdgewas teelde en er prima van molk. ‘Daar leerde ik al dat je de blaadjes heel voorzichtig moet behandelen. Luzerne is een gevoelig gewas. We moeten echt, meer dan met gras, spelen met de natuur.’
Jensma blijft daarmee benadrukken dat de nabije toekomst nog moet leren hoe de luzerneteelt daadwerkelijk uitpakt bij hem en tempert te hoge verwachtingen.
‘Het advies is om luzerne uiterlijk begin augustus in te zaaien of in het voorjaar omdat het tijd en warmte nodig heeft goed te ontkiemen. Wij hebben 15 september toch gezaaid en nu hielp de warme oktobermaand ons enorm. Wat voor ons ook een voordeel is, is dat wij veel met eigen materiaal kunnen doen. De grondbewerking en het zaaien doen we zelf. Alleen voor het hakselen komt de loonwerker. Het maaien van de luzerne gaat als het goed is straks in vier of vijf snedes en in één en dezelfde loop mee met het gras. Dat is een verschil met andere vlinderbloemigen. Maar met € 10,30 per kilo zaaizaad is luzerne ook niet goedkoop. De hoop en de verwachting is dat extra inkomsten uit het nieuwe GLB dat gaan compenseren.’
Klavers en luzerne leiden naar Goud in GLB
Om de hoogste vergoeding uit het nieuwe GLB te kunnen verkrijgen, moet een agrariër op vijf onderdelen, betitelt als eco-regelingen, het minimaal gesteld aantal punten scoren. Die onderdelen zijn Klimaat; Bodem & Lucht; Water; Landschap en Biodiversiteit. Wie hieraan voldoet, komt in de categorie Goud en krijgt de hoogste vergoeding uitgekeerd. In het geval van Wilco Jensma gaat het om een bedrag van € 13.600 in totaal per jaar. Dat komt bovenop een bedrag van € 17.100 dat volgend jaar nog als basisvergoeding overblijft en wordt uitgekeerd. Hierbij moet onder andere worden aangetekend dat de weging en deling van bufferstroken en sloten nog ongewis is. Als Jensma inderdaad aan de eisen voldoet, en daar wijst alles op, kan de exacte vergoeding nog iets verschuiven. ‘De teelt van luzerne en klavers helpen mij om voldoende punten te scoren’, licht Jensma toe. ‘Teelde ik deze gewassen niet, dan scoorde ik voor de onderdelen Klimaat en Bodem & Lucht lang niet voldoende punten. Voor het onderdeel Water helpen deze teelten niet, maar doordat ik onder mijn suikerbieten een groenbemester zaai en 11 hectare blijvend grasland heb, kom ik op dit onderdeel exact uit op het benodigde aantal punten. Dit bewijst dat het best de moeite waard is om samen met je adviseur hiernaar te kijken en aan te rekenen. Val ik net buiten de categorie ‘Goud’ dan ontvang ik één klap € 6.800 minder GLB-geld en is het investeren in duur zaaizaad al snel minder interessant.’
Zijn ruwvoeradviseur Siebrand Veenstra van Hoogland BV onderstreept die conclusie: ‘Bij Wilco Jensma past luzerne goed in zijn bouwplan en rantsoen. Bij andere melkveehouders kan bijvoorbeeld een teelt als veldbonen kansen bieden. Daarvan zien we de laatste jaren ook goede resultaten. Zo’n teelt vraagt gemiddeld gezien nog wel wat begeleiding, meer dan bij luzerne. Maar kansen liggen er zeker. Voor meerdere melkveehouders nemen wij bijvoorbeeld de veldbonen na de oogst in om ze te drogen en walsen in onze fabriek, om deze vervolgens in een premix terug te leveren. Dit zijn voorbeelden van hoe je mogelijkheden binnen het nieuwe GLB optimaler kunt benutten binnen je bedrijfsvoering.’