Maatschap Woudstra schakelt om naar biologisch. ‘Die gedachte was er al langer’, zegt Jan Woudstra, melkveehouder in Menaldum. ‘Toen een akkerbouwer in de buurt de knop ook omzette naar biologische teelt, gaf ons dat het laatste zetje.’

Melkveehouders Jan en Johanneke Woudstra in Menaldum melken 120 koeien op 86 hectare kleigrond. Daarnaast inspireren ze ook graag andere veehouders, onder andere over de meerwaarde van agroforestry. Ofwel het combineren van de teelt van houtige gewassen met landbouw of veeteelt (zie kader). En ook over hun proces van omschakeling naar een biologische werkwijze en hoe ze dat handen en voeten geven. Jan heeft gewerkt als docent van het Aeres College in Leeuwarden. ‘Ik gaf les aan mbo- en hbo-leerlingen en draag graag kennis over. Wij gaan daar op ons demonstratiebedrijf mee door. Leerlingen komen naar ons voor praktijklessen, daar leren ze veel van en daar genieten we van’, vertelt de melkveehouder.

Agroforestry op Woudstra’s Pleats

 

Woudstra’s Pleats, het bedrijf van Woudstra, is sinds 2021 Demobedrijf Duurzame Landbouw (www.groeiennaarmorgen.nl) van het ministerie van Landbouw Visserij Voedselzekerheid en Natuur ‘Binnen het project ‘Boeren met bomen’ delen we onze eigen ervaringen met agroforestry. In 2019 is onze eerste haag van 300 meter lang met 1.100 planten ingeplant en in 2021 een tweede haag voor de stal’, vertelt Woudstra, die geniet van de vele vogels die deze hagen aantrekken. Tijdens het NK heggenvlechten, onlangs gehouden op zijn erf, zijn de hagen gevlochten en veekerend gemaakt. ‘We ontvangen groepen melkveehouders in onze skybox om ze te informeren over aanplant van voederhagen. Vaak willen ze dat wel, maar weten ze niet waar ze moeten beginnen. In onze agroforestry ontwerpsessies krijgen ze praktische adviezen en begeleiding over welke soorten bomen en struiken passen op hun bedrijf. En dat werkt. Met een compleet plan en een ingevulde bestellijst in de hand, gaan twintig melkveehouders een voederhaag aanplanten.’

Uit een recente SKAL-controle blijkt dat het Friese melkveebedrijf aan de eisen van biologische productie voldoet. ‘Over vier maanden mogen we biologische melk leveren aan A-ware’, zegt Woudstra die zijn drijfveren graag toelicht: ‘Een cursus van bodembioloog René Jochems acht jaar geleden was een belangrijke trigger om anders te werken. Het werd me duidelijk dat kunstmest negatief werkt op het bodemleven. Daarom ben ik steeds minder kunstmest gaan strooien, onder andere door inzaai van 25 hectare grasklaver. We wilden aansluiten bij de Albert Heijn-melkstroom van A-Ware, maar die zat vol’, zegt Woudstra, die nog twijfelde over de combinatie biologisch en Holsteinkoeien. Na contact met een biologische melkveehouder, die met Holsteins meer dan 10.000 liter molk, was de knop naar biologisch al bijna om. Toen Johan Dankert, een akkerbouwer in de buurt, mij ook nog vertelde dat hij ging omschakelen naar biologische teelt en wilde samenwerken, was dat het laatste zetje naar een gecertificeerde biologische bedrijfsvoering.’   

Eigen ruwvoer telen

De samenwerking met Dankert ziet Woudstra als een belangrijke voorwaarde om op een biologische en circulaire wijze toch veel melk per koe te kunnen produceren. ‘Ons areaal is 100% grasland dat al biologisch is. Over 1,5 jaar is het bouwland van mijn buurman ook biologisch. Dan kan hij voor ons bijvoorbeeld biologische gerst of voederbieten telen als rustgewas. Wij kunnen die energierijke producten goed gebruiken als koeienvoer om daarmee de hoge melkproductie per koe op peil te houden’, zegt Woudstra, die recent nog een partij biologische voederbieten kocht van akkerbouwer Jaap Dun in Musselkanaal, ook een demobedrijf van het ministerie van LVVN (zie kader).

Woudstra wil graag grond ruilen met Dankert voor bijvoorbeeld de teelt van veldbonen voor eigen eiwitteelt. ‘Eigen ruwvoer telen is veel goedkoper dan biologische bijproducten kopen. En biologische mest afzetten naar Dankert is ook kosteloos. Dat scheelt jaarlijks € 40.000 aan mestafzetkosten, die we als gangbaar bedrijf zonder derogatie hadden gehad.’

Goed voeden

De productie van Woudstra’s koeien ligt momenteel op gemiddeld 9.500 kilo met 4,20% vet en 3,50% eiwit. ‘Het niveau is iets gedaald door blauwtong, maar het streven is 10.000 kilo per koe melken. Dat is haalbaar met biologisch werken en Holsteins, zolang je de koeien maar goed blijft voeren. Ik ken een biologische boer die zelfs 14.000 kilo per Holsteinkoe realiseert’, zegt Woudstra, die voorlopig niet afstapt van het Holsteinras. ‘Dit ras produceert gewoon veel melk, maar dat kan alleen als je er voldoende energie in stopt. Anders lopen ze terug in conditie.’

Voor de bodem geldt, wat Woudstra betreft, precies hetzelfde. ‘Je moet de bodem ook goed blijven voeden. Als je geen kunstmest meer mag gebruiken, moet je wel zorgen dat de bodem voldoende levert voor een goede grasopbrengst. Door het natte voorseizoen viel de grasopbrengst eerst tegen, maar het mooie najaar maakt dat ruimschoots goed. Zeker de percelen met klaver. Ik ga de bemesting verder optimaliseren.’

‘Ik licht mijn strategie graag toe aan collega-boeren’

De melkveehouder investeerde daartoe in een mestscheider van Solliq Agra en in een sleufsilo voor opslag van dikke fractie en compost. Ook kwam er een mestsilo van PAS Mestopslag voor opslag van dunne fractie. ‘In het voorjaar ga ik 40 kuub dunne stikstofrijke fractie, gespreid in enkele porties van 10 kuub, aanwenden om extra grasopbrengst te halen. In de winter komt er dikke fractie en compost met extra fosfaat op het land.’

De compostering van berm- en slootmaaisels uit de regio vindt plaats op het eigen erf. ‘Compost zorgt voor aanvulling van mineralen, zoals fosfaat, en organische stof in de bodem. En nog belangrijker, compost verbetert het bodemleven.’ In Friesland hebben vier loonwerkers en vijftien boeren in samenwerking met coöperatie Agricycling al veel ervaring met compostering op het boerenerf. Het proces heet CMC-compostering ofwel controlled microbiological composting. ‘Vanwege een zuurstofrijke compostering met monitoring en sturing van de juiste temperatuur, levert dat een goede kwaliteit compost op’, vertelt Woudstra. ‘En het mooie is dat we met hergebruik van lokale maaisels niet alleen onze bodems verbeteren, maar ook bijdragen aan een lokale kringloop.’

Zilveren gierton voor topmest

Met sturen op voeding heeft Woudstra de drijfmestkwaliteit al verbeterd. Dat blijkt wel uit het onlangs winnen van de zilveren gierton door Woudstra tijdens het symposium Topmest 24 in Kamerik. ‘Door het voeren van meer structuur, minder eiwit en meer energie, zetten onze koeien eiwit in het rantsoen beter om in melkeiwit. De C:N-verhouding van de mest is 10 met een pH onder 7. Dat verlaagt ook de stikstofuitstoot en ik zie koeien die gezonder zijn. Een voedingsstrategie met alleen maar voordelen en dat vertel ik ook graag aan andere melkveehouders.’

Het bedrijf van Woudstra met achter de stal de nieuwe mestopslag. Deze wordt gebruikt voor opslag van dunne fractie, die in het voorjaar wordt aangewend.
Vorig artikel‘Wachten op de verplichte AOV is niet verstandig’
Volgend artikelMarc de Boer bouwt in Portugal aan mooie toekomst