Geart Benedictus vertegenwoordigt het boerenbelang. Hans van der Werf staat als directeur van de Friese MilieuFederatie voor de belangen van natuur en milieu. Beide spelen een sleutelrol in het veenweideprogramma. Wat ze delen is hun oproep aan overheden: ‘Geef boeren en buitenlui vertrouwen. Van onderop komt verandering makkelijker tot stand.’

Wat zijn de belangen voor uw achterban in het Friese veenweidegebied?

Geart Benedictus: ‘Een boer moet wat kunnen verdienen. Daar zit de aarzeling als je begint over maatregelen in het veenweidegebied: de twijfel hoe boeren nog een boterham kunnen verdienen.
We horen en lezen veel over groene- en blauwe diensten die een boer kan uitvoeren
tegen een vergoeding. Maar met een kilometervergoeding heb je nog geen salaris. Als het lukt om een grote groep boeren serieus perspectief te bieden op een verdienmodel, dan krijg je ze mee in verandering. Een boer wil wel, want hij wil gewaardeerd blijven. Nogmaals: dat kan alleen als er wat verdiend wordt.’
Hans van der Werf: ‘Voor ons zijn het temperen van bodemdaling en vermindering
van de CO₂-uitstoot van essentieel belang, net als het behoud van landschapswaarden.
Dat betekent echt niet dat alles onder water moet, maar wel dat we moeten vernatten.
Natuurgebieden drogen nu gewoon uit. En er moet veel inzet worden gepleegd op het
behoud van de weidevogels.’

Waarom is het Veenweideprogramma ook van belang voor inwoners van steden of
grotere dorpen?

Hans van der Werf: ‘Friezen zijn erg betrokken bij hun omgeving. Dat merken we
telkens weer. Het veenweidegebied bestrijkt bijna een derde van de Friese leefomgeving.
Een gebied met een rijk landschap en vele verhalen. Alle reden dus om juist hen hier ook
deelgenoot van te maken.’
Geart Benedictus: ‘Nederland wordt een stadsstaat. Op het platteland is nog altijd van
allerhande moois te aanschouwen, maar velen uit de stad, ook uit bijvoorbeeld Heerenveen, Sneek of Joure, weten amper meer wat daar gebeurt.’

Moeten boeren dan hun land meer openstellen voor burgers?

Hans van der Werf: ‘Of dat via openstelling van boerenland moet, weet ik niet. Meer openheid zou wel mooi zijn. Het landschap in de Friese veenweiden is rijk en divers. Veel mensen maken daar nu ook gebruik van. Als ik in het buitengebied om me heen kijk, zie ik heel veel fietsers en wandelaars.’
Geart Benedictus: ‘Meer openheid op het platteland, bijvoorbeeld door herstel van oude kerkpaden, is een prachtig idee. Maar ik heb ook zorg: mensen nemen vaak hun hond
mee naar het buitengebied. Als die meer ruimte krijgen in het boerenland kun je de weidevogels wel afschrijven. Die vogelstand beschermen wordt nu al een enorme opgave, ondanks alle goede bedoelingen die we in het veenweideprogramma hebben opgeschreven. Als Van der Werf en ik het samen moesten regelen, zouden wij het wel redden. Maar de durf om echte keuzes te maken ontbreekt.’

Geart Benedictus: ‘Boeren willen best mee veranderen. Als je hen maar serieus perspectief op een verdienmodel biedt.’ Foto: Niels de Vries

 

Wat vindt u dat beter kan in de uitvoering?

Geart Benedictus: ‘Nu wordt bij waterbeheer gewerkt met peilvakken van 1.000 hectare of meer. Terwijl het veen overal anders werkt en beweegt. Het Wetterskip kan veel meer werk neerleggen bij boeren die dit in hun regio prima zelf kunnen beheren. Of dat te duur is? De huidige aanpak kost ook geld en brengt niet het gewenste resultaat. Wat is dan duur?
Hans van der Werf: ‘Op dit punt zijn wij het volledig eens. Wij zeggen: geef boeren wat meer vertrouwen. Pilots bewijzen dat dat kan. En ik zou graag zien dat boeren die samen met natuurbeheerders of burgers in een gebied een goed plan hebben, vlotter gefaciliteerd worden. Denk en opereer pragmatisch, dat is wat ik van de overheden verlang.’

Kan de politiek niet beter zeggen: we kopen de boeren uit en richten de Friese veenweide zo in dat de bodem niet veel meer daalt en we er een prachtige natuur voor terugkrijgen?

Geart Benedictus: ‘Hebben jullie te veel de Donald Duck gelezen ofzo?! Alleen de gedachte al werp ik verre van mij. Je houdt alleen een mooi veenweidelandschap door boeren te behouden. Ook uit praktische en financiële overwegingen: hoe wil je 80.000 hectare grond jaar op jaar met louter subsidiegeld onderhouden? Zolang de boer een boterham kan blijven verdienen, neemt hij die taak grotendeels gratis op zich.’
Hans van der Werf: ‘Wat is natuur? Dat is moeras en blauw gras, maar net zo goed boerenland met weidevogels. Volledige uitkoop van boeren door de overheid lijkt mij niet realistisch en niet nodig. Ik zou zeggen: voor iedereen liggen er kansen. Vanuit energiesubsidies en stikstofherstelplannen liggen in Den Haag vele honderden miljoenen klaar. Het is aan ons om dat geld de juiste kant op te laten komen. Namelijk richting het veenweidegebied om dat voor de toekomst van boer, burger en buitenlui te behouden.’

Hoe moeten boeren dan een bestaan houden in een nat veenweidegebied?

Hans van der Werf: ‘Ik geloof in een koppeling van diensten die de veenweideboer van de toekomst verzorgt. Denk aan valuta voor veen waarbij CO₂-opslag in de bodem wordt beloond. Denk aan lagere waterschapslasten en denk aan uitbreiding van zuivelproducten onder duurzaamheidlabels zoals we die steeds meer terugvinden in de supermarkten.’
Geart Benedictus: ‘Sprookjes noem ik dit. Soms worden sprookjes werkelijkheid, maar
deze ideeën geven veel te weinig boeren in het gebied een houvast.’
Hans van der Werf: ‘Feit is dat de meeste geldstromen nu aan de boer voorbijgaan.
Als boeren zich concentreren in kleinere en grotere collectieven, kunnen ze zelf meer en
beter de kansen benutten. Een voorbeeld daarvan is zonneweides. Er liggen best kansen om die hier en daar mooi in te passen in het landschap. Daar moeten boeren van
profiteren en niet enkele projectontwikkelaars zoals nu het geval is.’

Hans van der Werf: ‘We hoeven echt niet het hele veenweidegebied onder water te zetten, maar vernatten moet wel.’ Foto: Marcel van Kammen.

We nodigen u beide uit om dit interview over tien jaar weer te doen. Hoe hoopt u dat
de Friese veenweide er dan uitziet?

Geart Benedictus: ‘Hopelijk zijn er nog professioneel opererende boeren actief in het
gebied. Net als weidevogels.’
Hans van der Werf: ‘Dat hoop ik ook. Net zoals ik hoop dat we dan écht aan de slag
zijn met veranderingen en verbeteringen. Een betere waterhuishouding is gewoon een must. Als het veen helemaal wegzakt, krijg je in grote delen van Friesland enorme
problemen met verzilting en aan- en afvoer van water. Boeren zien en snappen dat ook
wel. Niets doen is geen optie. Over tien jaar moet die overtuiging volop in concrete acties
zijn omgezet.’

 

Dit artikel verscheen ook in het magazine Fuotten yn it Fean / Voeten in het Veen over de Friese Veenweide dat vanaf 30 april 2021 is verspreid onder inwoners van dat gebied.

Vorig artikelDe dijk staat op doorbreken
Volgend artikelWie betaalt?