Gerben Smeenk (45) uit Makkinga is melkveehouder én vergaderboer, actief in verschillende besturen. Voorzitter van de districtsledenraad van FrieslandCampina, commissaris bij Agrifirm en voorzitter van kenniscoöperatie Niscoö. In 2022 wordt hij zonneparkboer. Wat drijft hem? Portret van een bevlogen ondernemer.

De Oolde Hof

‘In Makkinga run ik samen met Willyande, mijn vrouw, een melkveebedrijf: De Oolde Hof, op z’n Achterhoeks. Mijn ouders hadden in de Achterhoek 45 koeien, 120 mestvarkens en 22 hectare, verspreid over zeven locaties. Dat was geen doen. Ze verhuisden in 1993 op
vrijwillige basis naar Friesland, varkens weg en koeien melken. Mijn ouders kochten een ‘betaalbaar spul’ en begonnen hier met drie ton melk op 37 hectare. Inmiddels melken we 1,4 miljoen kilo melk met 140 koeien op 90 hectare.’

Brown Swiss

‘Ik wil een veestapel met weinig trammelant. De beste koe in de stal moet je niet kennen, simpelweg omdat die niet opvalt, dat is mijn filosofie. Die koe kan bovengemiddeld meekomen en je hebt er weinig werk van. Dat is de reden dat we de Holsteins
hebben ingekruist met Brown-Swiss, het resultaat is sterke koeien met hoge gehalten. Mijn ervaring is dat de Holstein probeert het maximale te geven van wat ze kan, ook als de
omstandigheden niet goed zijn, met alle gevolgen van dien. Een Brown Swiss is luier, denkt eerder aan zichzelf. Bij Brown Swiss ben je als boer meer bepalend voor wat er uitkomt.‘

Emigreren

‘Toen ik klaar was met mijn HBO, wilde ik emigreren. In Nederland boer worden zag ik niet zitten, er moest hier zo veel gebeuren. Het was 2000 en we molken 375.000 liter melk.
Willyande wilde graag in Nederland iets opbouwen. Toen hebben we een goed gesprek gehad en afgesproken: okay, we gaan voor plan A. Dat was vijf jaar lang buiten de deur werken en proberen het ouderlijk melkveebedrijf toekomstbestendig en overnameklaar
te maken. Als het melkveebedrijf dan nog steeds aan het infuus hing van werken buiten de deur, zouden we gaan voor plan B: emigreren. We slaagden erin het melkquotum in die vijf jaar te verdubbelen naar 750.000 kilo. Ik heb in 2005 mijn baan als adviseur bij LTO
opgezegd – prachtige tijd gehad daar – mijn ouders verhuisden naar het dorpen ik werd boer.’

Drie melkrobots

‘In 2018 molken we drie keer per dag 145 koeien, 11.000 liter per koe. Ik had de keus tussen heel duur fosfaatrechten kopen of terugschakelen. Het eerste kon ik niet rond rekenen. Toen zijn we teruggegaan van drie naar twee keer melken en minder krachtvoer, alle guste koeien eruit en zakken naar 9.600 kilo melk per koe. Om meer tijd voor een sociaal leven te krijgen en het bedrijf zo in te richten dat het ook sociaal aantrekkelijk is voor personeel, hebben we de melkstal ingeruild voor drie robots met weidepoort. Verder
rubber op de vloer, nieuwe ligboxen, een voerschuif en een mestrobot. De fosfaatrechten zijn in twee jaar tijd in prijs gehalveerd, dat maakt dat we nu toch weer stappen gaan zetten, de robots kunnen het aan.’

Zonnepark

‘In 2013 kochten we grond in Oosterwolde voor maisverbouw, pal tegen de bebouwde kom. Toen de provincie besloot om zonneparken alleen nog toe te staan tegen de bebouwde kom, kregen we aanbiedingen van partijen die dat land dolgraag van ons wilden huren voor realisatie van een zonnepark. Die partijen waren zo enthousiast dat ik dacht: daar zit meer in. Ik ging me erin verdiepen en ging een coalitie aan met vriend en aannemer Barry Veenstra, die daar ook grond heeft. Samen zochten we een partij met verstand van zaken op, de Groninger zonneparkbouwer Gutami. Daarna hebben Gutami, Barry en ik een BV opgericht, waarin we alle drie voor een derde participeren. Als je grond hebt waar panelen op mogen, moet je zorgen dat je zelf exploitant wordt. Wij hebben straks inkomsten uit
stroomverkoop, SDE-vergoeding en de waarde van groencertificaten. En de BV huurt de grond van ons melkveebedrijf, dat pakken we met ons melkveebedrijf ook nog mee. Begin 2022 gaan we los.’

‘Als je grond hebt waar panelen op mogen, moet je zorgen dat je zelf exploitant wordt’

Principes

‘Geen zonneparken op boerengrond, heb ik altijd gezegd. Dat was de tijd dat ik betrokken was bij het maken van lokale en provinciale verkiezingsprogramma voor het CDA. Maar dat was tien en zes jaar terug. Tijden zijn veranderd, er is een ware evolutie gaande op gebied van groene energie. Blijf je dan vasthouden aan je principes of ga je kijken naar de
kansen? Dat laatste heb ik gedaan. Het wordt een zonnepark dat de omgeving
verrijkt. Van de ruim elf hectare is drie hectare voor biodiversiteit en landschappelijke inpassing, met kruidenrijk grasland, bloemenmengsels en bijenkisten tussen de panelen. Nu staat er mais, dus ja, zeg maar wat je mooier vindt.’

Coöperatief

‘Het coöperatieve gevoel zit diep bij ons. Dat je samen je krachten bundelt, ook al is het groot en log, het is van ons, het blijft van ons. Leveren aan een particulier kan heel lang goed gaan. Maar neem de coronacrisis: als het echt spannend wordt met melkafzet, wie trekt er dan aan het kortste eind? Als individuele boer heb je dan een probleem. Bij FrieslandCampina hebben we dan met z’n allen een probleem. Samen de lusten, samen de
lasten.’

Latente ruimte

‘Ik ben niet snel boos, maar dat de provincies boeren de latente ruimte willen afpakken, ja, daar ben ik goed boos over. Potverdorie, wij hebben in 2013 al ammoniakrechten gekocht,
toen de hele wereld nog sliep. De NB-vergunning gekregen en dat bij de gemeente vast laten leggen in een omgevingsvergunning. En dan zeggen kabinet en provincies: je hebt die rechten niet benut, dus die pakken we terug. Wil je later toch weer groeien, moet je opnieuw gaan kopen. Dus nogmaals: potverdorie! Ik heb ze toch gekocht? Nu dreigt dat je te worden afgenomen. Geef me dan in ieder geval de tijd. Ik vind dat zo’n groot onrecht.’

Vergaderboer

‘Of dat vergaderen van jongs af er al in zit? Ja, ik denk het wel. In Dronten op de STOAS was ik bestuurlijk ook al heel actief. Kennis vergaren, jezelf persoonlijk ontwikkelen, sparren met anderen, zo bouw je in je leven een netwerk op. Met een netwerk rolt alles
zo veel gemakkelijker, krijg je dingen aan de gang. Een mooi bruggetje naar Niscoö, dat zie ik als een grote netwerkclub.’

Niscoö

‘Ik mag voorzitter zijn van Niscoö, een prachtige, onafhankelijke kenniscoöperatie. We organiseren elke wintermaand wel een avond. Het toegankelijk maken en bundelen van kennis voor melkveehouders en akkerbouwers. Die kennis is nodig om goed toegerust te zijn op de toekomst. We hebben nu zo’n 850 leden. We proberen te prikkelen door nieuwe inzichten, maar ook podium te bieden aan belangrijke onderwerpen die volgens ons aandacht verdienen. Bijvoorbeeld rondom stikstof of fosfaat, maar dan wel de diepte in. De
kennisbijeenkomsten zijn openbaar en worden door een brede groep mensen bezocht, zoals leden van Provinciale Staten, waterschappen en onderwijs. Partijen die een mening hebben over boeren en die voorzien van kennis om goede besluiten te nemen, is dus
ook een doel. Niscoö is vooral ook netwerken. We proberen bijeenkomsten altijd rond 22 uur te sluiten, de tweede helft te reserveren om ondernemers en bestuurders elkaar te laten ontmoeten. Die rol van verbinding moeten we naar mijn idee de komende jaren nog meer pakken.’

‘NISCOÖ MOET NOG
MEER ROL VAN
VERBINDING PAKKEN’

Over 15 jaar

‘Ik ben boer geworden in een stal uit
1975 en daar melk ik nog steeds in. Nu
een nieuwe stal bouwen kan ik nooit
terugverdienen zolang ik nog boer ben.
Als de robot af is, is de stal ook af. Dan
ben ik 60 en hebben we de recente investeringen netjes terugverdiend. Onze zoon Daan is 6 nu. Als hij boer wordt, kan hij bouwen zoals hij wil. Zo niet: dan kijken we verder. Dit kan
ook een mooie woonboerderij worden, breken we de stallen af. Ik denk dat het wijs is om ook hier nu al vooruit te zien. Daarom: de stal niet vernieuwen, maar onderhouden, zodat we straks alle kanten op kunnen.’

Gerben Smeenk: ‘Met netwerk rolt alles zo veel makkelijker. Krijg je dingen aan de gang.’ Foto’s: Rens Hooijenga
Vorig artikel‘VERS GRAS METEN IS NAUWKEURIGER VOEREN’
Volgend artikel‘Ik maak mij zorgen over de aanwas van stieren’