Dat er jaarlijks boeren stoppen, is geen nieuws. Velen van hen vinden een nieuwe toekomst in de transportwereld. Niet zo vreemd, want beide werelden kennen de nodige raakvlakken. Drie chauffeurs met een achtergrond in de agrarische sector vertellen over hun ervaringen.
De transportsector schreeuwt om nieuwe mensen. Voor stoppende boeren kan het interessant zijn een nieuwe start te maken als trucker. Het chauffeursberoep heeft de nodige raakvlakken met het bestaan als boer. Zowel boeren als vrachtwagenchauffeurs ervaren tijdens hun werk een groot gevoel van vrijheid én verantwoordelijkheid.
Dat de transportwereld kansen biedt voor stoppende ondernemers in de agrarische sector, weten ook Marc Boerma, Evert Boersen en Eva van der Werf. Zij werkten alle drie jarenlang op de boerderij. Intussen zijn ze alweer enige tijd actief als chauffeur. Ze vervoeren agrarische producten, waarbij Boerma en Boersen meerdere keren per week het boerenerf oprijden.
‘Ik heb het op-een-na-mooiste beroep ter wereld’
Samen met zijn vrouw Marian besloot Evert Boersen (63) in 2020 een stap opzij te doen op hun melkveebedrijf in het Friese Haulerwijk. ‘Onze zoon Leendert en zijn vrouw Sjoukje hebben de dagelijkse leiding van het bedrijf overgenomen. We hebben alle vertrouwen in onze opvolgers. Ze zijn zeer capabel en gemotiveerd. Natuurlijk was het wel even lastig voor me, maar het is niet nodig om met twee man achter 85 melk- en kalfkoeien aan te lopen.’
Boersen koos voor een nieuwe carrière als chauffeur. Via Werff talent ging hij aan het werk in de bietencampagne, daarna als pendelchauffeur voor melktransport naar België en vervolgens werd hij ingewerkt als RMO-chauffeur. ‘Dat is het op-een-na-mooiste beroep ter wereld. Boer zijn is en blijft toch het mooist’, zegt Boersen. Nu rijdt hij nog met een ontheffing, binnenkort zal hij een cursus volgen om gecertificeerd RMO-chauffeur te worden. Het vrachtwagenrijbewijs had hij al veel langer in bezit. ‘Ik heb vroeger ook weleens een vrachtje gereden. Een leven als chauffeur heeft me altijd wel aangesproken.’
Lekker bijpratenBoersen rijdt gemiddeld zo’n 40-45 uur per week, voornamelijk in Groningen en Drenthe. ‘Ik vind het fijn om tot aan m’n pensioen zinvol bezig te zijn. Het is fysiek niet heel zwaar werk. De verdiensten zijn prima, maar geld is niet de belangrijkste motivatie’, zegt Boersen, die op zijn vrije dagen bijspringt op het melkveebedrijf van zijn zoon.
Boersen merkt dat het chauffeursleven veel raakvlakken heeft met zijn vroegere bestaan als melkveehouder. ‘Je hebt veel vrijheid, terwijl je toch ook veel verantwoordelijkheid draagt. Daar voel ik me prettig bij.’
Boersen vindt het fijn dat hij als RMO-chauffeur nog zo vaak op melkveebedrijven komt. ‘Ik werk voor boeren en sta tussen de boeren. Het voelt voor mij alsof ze collega’s van me zijn. Het is heerlijk om even bij te praten over het boerenwerk.’
‘Ik heb mijn draai gevonden in deze mannenwereld’
Sinds oktober 2022 werkt Eva van der Werf (23) als vrachtwagenchauffeur in het bulktransport. De Groningse vervoert kristalsuiker, dat ze laadt in de fabriek in Hoogkerk of in de Eemshaven. Ze rijdt met een bulktrailer en is regelmatig met een volle 50 ton op de weg te vinden. ‘Ik rijd lange afstanden, waarbij ik één of twee keer op een dag moet lossen’, zo vertelt ze. Als ze op 17-jarige leeftijd haar rijbewijs haalt, merkt Van der Werf dat autorijden haar gemakkelijk afgaat. Gezegend met een goed inzicht vormen de bijzondere verrichtingen – zoals het fileparkeren – voor haar geen enkel probleem.
Van der Werf voelt wel wat voor een baan in de transportsector. ‘De afgelopen jaren woonde ik samen met mijn ex-vriend op de boerderij. Ik merkte dat ik het heel leuk vond om landwerk te doen met grote combinaties. Zo kwam ik op het idee om mijn vrachtwagenrijbewijs te halen. Met een beetje financiële hulp van mijn schoonvader is dat ook gelukt’, zo vertelt Van der Werf.
Vrij bestaan
Na het zien van een advertentie van Werff talent in magazine Melk van het Noorden, besluit ze de stoute schoenen aan te trekken en te solliciteren. Met succes. Via Werff talent rijdt ze in de suiker voor de Cosun Beet Company. Ze is actief als vrachtwagenchauffeur op de ‘suikerpendeldienst’ tussen de Eemshaven en Hoogkerk. ‘Ik vind het een leuke en uitdagende baan, met veel vrijheid. Ik kan lekker m’n eigen ding doen, zoals m’n eigen muziek afspelen. Het is een vrij bestaan.’
Als jonge vrouw is Eva van der Werf werkzaam in een echte mannenwereld, zo vertelt ze. ‘Als vrouw krijg je veel aandacht. Daar moet je mee leren omgaan en tegen kunnen. Voor mij is het geen probleem, ik heb m’n draai wel gevonden’, aldus Van der Werf, die merkt dat de meeste mannen erg behulpzaam zijn. ‘Ik ben niet zo groot en breed en heb soms ook echt even hulp nodig. Het slepen met slangen en het aansluiten van koppelingen is behoorlijk zwaar.’
‘Afwisselend werk en je ziet nog eens wat’
Marc Boerma (54) had in het Friese Donkerbroek een melkveebedrijf met 110 melk- en kalfkoeien op 50 hectare. In 2019 verkocht hij op 50-jarige leeftijd zijn bedrijf. ‘Het werk werd me lichamelijk te zwaar. Ik had last van m’n knieën en m’n rug’, aldus de melkveehouder, die bovendien geen opvolger had.
Na de verkoop van zijn bedrijf ging Boerma aan de slag als vertegenwoordiger. ‘Ik was met name in de wintermaanden druk met de verkoop van maiszaad. ’s Zomers was ik veelal vrij. Dat voelde niet goed. Thuiszitten is niet mijn ding. Als boer was ik altijd gewend om 7 dagen per week te werken.’
De ex-melkveehouder ging op zoek naar een nieuwe baan en merkte al snel dat er een grote vraag is naar nieuwe vrachtwagenchauffeurs. Hij haalde zijn rijbewijs C en kon al snel aan de slag. ‘Een kantoorbaan is niks voor mij. Als chauffeur heb ik een afwisselende baan en zie ik veel van Nederland. Dat was ik vroeger niet gewend.’Gezeur geen gemis
Boerma maakt gemiddeld genomen werkweken van 30 uur. Hij vervoert graszoden en hij rijdt als RMO-chauffeur. ’s Winters draagt hij ook wel zijn steentje bij aan de bietencampagne. ‘Ik vind het leuk om als voormalig boer op verschillende boerenerven te komen.’
Soms mist hij het boerenleven, vooral het werk op de boerderij sprak hem aan. De negatieve berichtgeving over de agrarische sector mist hij als kiespijn. ‘Als ik het gezeur hoor over stikstof, het eten van vlees en alle nieuwe regeltjes dan ben ik blij dat ik geen boer meer ben. Ik kan daar heel slecht tegen.’ Van zijn lichamelijke klachten ondervindt Boerma als chauffeur geen hinder. ‘Zo goed zijn die stoelen tegenwoordig wel.’