De aanleg van zonnepanelen zet de komende jaren door. Verzekeraars worden echter kritischer. ‘Niet omdat de panelen niet goed zijn, maar omdat veruit de meeste Nederlandse gebouwen brandbaar zijn’, zegt Risk Engineer Peter Zeilstra. ‘Overleg vooraf met je agent is essentieel, dat voorkomt veel problemen.’

Meer en meer worden zonnepanelen zichtbaar in het landschap. Zeker ook op daken van stallen en loodsen. SDE+-regelingen en vervanging van asbestdaken stimuleren deze ontwikkeling. Recente stalbranden waar zonnepanelen op het dak lagen, toonden echter ook een keerzijde. De paneeldeeltjes verspreiden zich bij brand in de omgeving en veroorzaken zo schade. Recent nog liet het Verbond van Verzekeraars weten dat er ook te vaak iets schort aan de installatie van zonnepanelen op staldaken.

80% gebouwen brandbaar

Peter Zeilstra is dagelijks voor de internationale verzekeringsmaatschappij MS Amlin in Nederland op pad en ziet vele gebouwen. In de industrie, MKB én agrarische sector. Hij benadrukt dat verzekeraars beslist niet negatief staan tegenover zonnepanelen, maar dat er wel een aantal zaken spelen die meer aandacht vragen. Dan gaat het onder andere om deugdelijke installatie van de panelen, bijbehorende bedrading en omvormers. Daarover later meer. Want volgens Zeilstra schuilt het echte probleem ergens anders: ‘Recent heb ik voor een aanvullende studie 2.848 gebouwen in Nederland onderzocht op brandveiligheid. De uitkomst: meer dan 80% blijkt brandbaar tot zeer brandbaar gebouwd. Dat waren beslist niet louter agrarische gebouwen, maar niets wijst erop dat de cijfers voor deze sector niet opgaan’, zegt Zeilstra. ‘Meestal wordt het brandrisico veroorzaakt door de isolatiematerialen pur en piepschuim. En vergis je niet, bij nieuwbouw komt het ook nog volop voor dat brandbare materialen worden gebruikt. Zonnepanelen op zichzelf zijn dus niet het probleem, maar het dak of het gebouw waar de panelen op liggen helaas vaak wel.’

Zeilstra pleit daarom nadrukkelijk voor het gebruik van brandveilige materialen bij ver- of nieuwbouw van stallen en loodsen. Hij begrijpt ook dat dit geen oplossing is voor alle bestaande gebouwen waar mogelijk zonnepanelen op komen te liggen. ‘Juist om reden van het brandrisico dat veel stallen in zich dragen, is een deugdelijke installatie essentieel. Je moet dan vooral denken aan het correct en veilig wegwerken van bedrading. Maar ook het veilig plaatsen van de omvormers op een brandwerende ondergrond. Dit klinkt logisch, maar gebeurt in de praktijk nog best vaak niet correct. Om die reden is nu een kwaliteitsnorm, scope 12 genoemd, ontwikkeld.’

Verzekeraars wilden graag zo’n norm, maar volgens Zeilstra is dat zeker niet de enige reden. ‘Als boer heb je er echt belang bij dat het goed geregeld is. Geloof mij, niemand wil een stalbrand meemaken. Je wilt niet weten wat er dan allemaal op je afkomt. En als je zonnepanelen op je dak legt, ben je sowieso verplicht dit te melden. Maar veel beter is om altijd vooraf contact te zoeken met je verzekeringsagent.’

Sterkteberekening dak

Wilco de Boer van Agriland Assurantieadvies is verzekeringsagent en aangeschoven bij het gesprek. Hij kan de laatste aanbeveling alleen maar onderschrijven. ‘En dat zeg ik niet voor mijzelf, maar omdat ik het meer dan eens meemaak dat vooraf overleg veel problemen bespaart of had kunnen besparen. Je kunt dan denken aan een correcte installatie van het geheel, maar bijvoorbeeld ook aan een sterkteberekening van het dak. Het komt nog geregeld voor dat melkveehouders hier niet bij stilstaan, maar dat het dak toch echt te licht is voor het aantal panelen dat je erop wilt laten leggen. Of erger nog: die er al op zijn gelegd omdat er geen overleg vooraf is geweest en de boer dacht dat dat allemaal zo wel kon.’

Als het dak niet sterk genoeg is, moet het eerst verstevigd worden voordat Agriland een dekking door de verzekering weer compleet kan maken, vertelt De Boer. ‘Want let op: sommige verzekeringsmaatschappijen vragen daar vooraf niet om, maar eisen bij schade, bijvoorbeeld door brand, dat je achteraf bewijst dat je een sluitende sterkteberekening hebt uitgevoerd en de juiste certificaten voor de installatie kunt overleggen. Je begrijpt wel dat dat in veel gevallen niet lukt en de boer dan de Sjaak is. Wij kiezen heel bewust ervoor zo niet te werken en vooraf te waarschuwen en te overleggen hoe de zaak op orde te krijgen.’

Zeilstra vult hem aan: ‘Dit preventieve werken en waarschuwen vooraf is erg belangrijk. Wij werken ook op die wijze en dat levert mij van boeren wel eens kritiek op. Dat ik niet zo moeilijk moet doen. Ik probeer dan altijd duidelijk te maken dat ik de klant juist wil helpen de risico’s vooraf goed in te schatten en af te dekken. Achteraf geconfronteerd worden met dit soort zaken, als je dus al schade hebt geleden, is echt veel vervelender.’  

Bewuste keuzes

Wilco de Boer vult als waarschuwing aan dat soms ook te weinig wordt nagedacht over de levensduur van een dak. ‘Daken hebben niet het eeuwige leven en de bedoeling is meestal wel dat de zonnepanelen minimaal vijftien jaar op het dak kunnen liggen. Het komt best nog wel eens voor dat een boer zich pas later realiseert dat het dak waarschijnlijk binnen die tijd al lang moet worden vervangen. Door ouderdom, asbest, of wat voor reden ook.

‘Ook bij nieuwbouw nog veel brandbare materialen in omloop’

Zoiets kun je maar beter vooraf goed bedenken. Net zoals het eventuele gebruik van het dak voor andere doeleinden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan deelname aan sommige duurzaamheidsconcepten. Daarbij kan het een vereiste zijn dat er ook daglicht door het dak in de stal moet kunnen komen. Als je dan net het hele dak volledig vol hebt laten leggen met zonnepanelen, kan dat erg zuur aanvoelen.’

Stroomnet vol

Zeilstra knikt. Hij wijst er daarnaast op dat in sommige gevallen de levering aan het stroomnet stagneert. Bijvoorbeeld omdat de energiemaatschappij niet meer stroom kwijt kan en jouw stroom dan niet meer toelaat. Met als gevolg dat de verdiensten ook lager uitvallen als je businesscase daar op gebouwd is. ‘Als we deze punten zo opsommen en waarschuwen voor de risico’s, kan het overkomen alsof wij negatief tegenover zonnepanelen staan. Maar ik herhaal: dat is niet het geval. Met zonnepanelen, ook op een staldak, is in principe helemaal niets mis. Het levert vaak een mooie bijverdienste op, of helpt je als boer de eigen energiekosten fors te reduceren. Echter, als het dak niet geschikt is qua sterkte, leeftijd, onderhoud of brandveiligheid, brengt dat risico’s met zich mee. Daarom zeg ik vaak: zonnepanelen op je staldak kan een mooie kans zijn, maar het is geen must hè. Nee zeggen tegen zo’n optie is ook een optie.’

Sommige duurzaamheidconcepten eisen dat er zonlicht door het dak kan komen. Het hele dak volleggen met panelen kan in zo’n geval een zure misrekening zijn. Foto: Landpixel
Vorig artikelMais eruit, soja eruit en het melkt beter
Volgend artikelVan wie en voor wie is het water?