De wereld is hard veranderd het afgelopen half jaar. Eerst stegen de energieprijzen. Toen volgden de grondstofprijzen en als klap op de vuurpijl de brandstofprijzen. Een andere handicap die de corona-economie ons heeft nagelaten, is trage beschikbaarheid van onderdelen. De inval in Oekraïne deed dit allemaal geen goed. Sterker nog, het werkte als een katalysator.
Markten zijn door deze ontwikkelingen niet meer voorspelbaar en dat maakt ondernemen heel erg ingewikkeld. We zijn zo lean en mean met elkaar geworden dat elke prijsstijging van energie, grondstoffen, diesel en onderdelen in onze aanvoerketens en in onze bedrijven een enorme impact heeft. Vervolgens is beschikbaarheid van onderdelen nog een uitdaging. Hierdoor zien we dat sommige waardeketens in gevaar komen en daardoor concessies moeten doen aan hun kwaliteitsstandaarden. Markten moeten hierdoor bewegen en ondernemers gaan naar aanleiding hiervan keuzes maken. Is dit nieuw? Nee, natuurlijk niet. Het wereldhandelsweb ontwikkelt zich constant door en verandert steeds van vorm. De kunst is wel om dit web te overzien, zodat je als ondernemer strategische keuzes kunt maken. Het overzicht ontbreekt, merk ik in het veld. De wereld is te hard en te snel veranderd. Daardoor is voorspellen heel moeilijk en zijn ondernemers geneigd af te wachten met investeringen. Met alle gevolgen van dien.
Wat wij volgens mij nu nodig hebben, is een deltaoverleg met primaire sectorpartijen, agroketens en overheden die gaan nadenken over scenario’s. Welke kanten kan het opgaan en hoe gaan we hierop acteren? Dit met als doel dat de Nederlandse land- en tuinbouw sterker gaat functioneren in de nieuwe werkelijkheid. Ik denk dat sectorpartijen en agroketens op dit moment niets liever willen, maar wil de overheid dat ook? Immers, er is maar één scenario en dat ligt klaar. In de gebiedsgerichte aanpak gaan we alles oplossen: klimaat, water en stikstof. De markt moet zich hier maar op aanpassen. Maar zo werkt de wereld niet. Als ik Staghouwer of Van der Wal was, dan wist ik het wel. Ik ging fors investeren in innovatie, productiviteit aan de ene kant en het behalen van de doelen aan de andere kant. Daarmee ontwikkelde ik een sterke land- en tuinbouw met een sterke agroketen. In een wereld waarin zaken schaars zijn geworden. Opnieuw gidsland worden in de wereld, maar dan op het gebied van duurzame oplossingen die renderen.
Mijn vaste overtuiging is dat we weer naar een situatie gaan waarin onze prioriteit is: het op peil houden van welvaart, zodat we kunnen investeren in welzijn. Focus van dit kabinet op afwaarderen en uitkopen horen hier absoluut niet bij. Remkes voorspelde het al: niet alles kan overal! Zou dat ook voor deze overheidsfocus gelden?