Een melkveebedrijf van Royal FrieslandCampina (RFC) beurt in het nieuwe jaar maandelijks bijna een cent per kilo melk minder. RFC vindt de garantieprijs te luxe geworden en neemt de toeslagen bij de referentiebedrijven voor duurzaamheid, VLOG, weidegang en niet-melkgerelateerde toeslagen niet meer mee in de berekening van de garantieprijs.

Op basis van de cijfers van 2018 gaat het in totaal om een bruto daling van € 0,89 euro per 100 kilo melk. Dit geld komt ten goede aan de winst van FrieslandCampina. Van die extra winst komt 35 procent in de vorm van een prestatietoeslag en 10 procent in de vorm van ledenobligaties terug bij de leden. Vertaal je deze aanpassing van het melkgeldregelement naar de cijfers van 2018 dan betekent dit dat er van de daling van € 0,89, € 0,39 via de nabetaling alsnog bij de boeren komt. Netto komt de daling in melkgeld op basis van de cijfers van 2018 neer op € 0,50 per 100 kilo melk.

Totale melkprijs garantieprijs 2018

In 2018 betaalde FrieslandCampina € 0,59 per 100 kilo melk na. Je kunt dus ruwweg zeggen dat met de nieuwe berekening het totaal aan melkgeld wat de boer krijgt – garantieprijs + prestatietoeslag + ledenreservering – over 2018 was uitgekomen op het niveau van wat toen de garantieprijs was.
Volgens CEO Hein Schumacher is de aanpassing absoluut noodzakelijk. ‘In onze huidige berekening gaan we uit van de maximale toeslagen en inhoudingen bij de referentiebedrijven, terwijl niet alle melkveehouders van die bedrijven de toeslagen ontvangen. Daarnaast betaalt FrieslandCampina zelf ook toeslagen uit, onder andere voor duurzaamheid, VLOG en weidegang. Hierdoor gaat de garantieprijs te veel uit de pas lopen’, zei hij woensdag in een toelichting op de plannen.

‘Het is in het belang van alle ledenmelkveehouders dat de onderneming concurrerend blijft’

De komst van allerlei toeslagen bij andere fabrieken hebben de garantieprijs de laatste jaren een stuk luxer gemaakt. Volgens ingewijden is er op de garantieprijs sinds de start van FrieslandCampina zo’n € 1,5 cent per honderd kilo melk via dit soort premies op de garantieprijs gekomen. Het is een belangrijke reden dat RFC ten opzichte van 2017 in de eerste helft van 2018 € 100 miljoen verlies leed op basiszuivel. De prijzen die RFC we toen voor basiszuivelproducten kreeg, lag een stuk lager dan de garantieprijs die aan de melkveehouders moest worden betaald.

Keurentjes verwacht stevige discussie

De plannen, die gelden voor zowel de reguliere als de biologische garantieprijs, worden op de najaarsbijeenkomsten met de leden bediscussieerd. RFC-voorzitter Frans Keurentjes zegt ‘een stevige discussie met de leden te verwachten, omdat die er ook was met de ledenraad.’ Desondanks heeft hij goede hoop dat de leden akkoord gaan. ‘Het is in het belang van alle ledenmelkveehouders dat de onderneming concurrerend blijft in de markt en beschikt over voldoende flexibiliteit en middelen om te kunnen investeren in productielocaties, merken en mensen: op de korte en de lange termijn.’ Op 17 december neemt de ledenraad een definitief besluit.


Actualiseren gehaltes

Een andere aanpassing in het melkgeldreglement is dat de standaardgehaltes waarmee wordt gerekend worden aangepast. De garantieprijs wordt nu gepubliceerd per 100 kilo melk bij 3,47% eiwit, 4,41% vet en 4,51% lactose. Deze standaardgehaltes zijn in 2008 met de fusie vastgesteld en sindsdien niet meer gewijzigd. In de afgelopen jaren is de melk geleidelijk aan eiwitrijker en minder vet geworden. Ook zijn de lactosegehaltes toegenomen. Hierdoor wordt het verschil tussen de gepubliceerde garantieprijs en het daadwerkelijk uitbetaalde melkgeld steeds groter. Om dit te herstellen, is het voorstel om met ingang van 2020 de standaardgehaltes aan te passen naar de werkelijk geleverde gehaltes in 2019 en deze iedere drie jaar te evalueren met de evaluatie van het Melkgeldreglement.

‘Flinke tik in Hongkong’

De winst van Royal FrieslandCampina over 2019 valt, zoals het er nu naar uitziet, lager uit dan dit voorjaar nog werd verwacht. ‘De situatie in Hongkong speelt ons parten, we krijgen daar een flinke tik en dat ga je terugzien in onze resultaten’, zo zei CEO Hein Schumacher woensdag tijdens een persmeeting in Amersfoort. In Hongkong zijn al maandenlang burgeropstanden aan de gang, die de verkoop van FrieslandCampina-kindervoeding en een aantal populaire merkproducten als bijvoorbeeld Dutch Lady schade berokkenen. Ook de importmaatregelen van Amerika, een importheffing op zuivel van Indonesië en de Brexit helpen niet mee. Over de omzetgroei in Afrika, Nigeria en Azië en PlanetProof-producten in Nederland daarentegen is Schumacher wel ‘erg te spreken’. Schumacher verwacht dat de resultaten zoals gepresenteerd bij de halfjaarcijfers in juli kunnen worden vastgehouden, maar liet ook doorschemeren dat het waarschijnlijk niet erg veel beter wordt dan dat.

Het actualiseren van de gehaltes komt in de praktijk neer op een verhoging, omdat de gehaltes aan eiwit en lactose zijn gestegen. Dat betekent dat de garantieprijs op papier ook hoger uitvalt. Ingewijden verwachten een gepubliceerde garantieprijs die zo’n 0,6 cent hoger komt te liggen. Daarmee wordt een stevigere prijs in de markt gezet, die wellicht andere zuivelfabrieken prikkelt om de melkprijs hoger neer te zetten. En dat kan op de markt leiden tot betere contracten met de retail. Samengevat kan met een hogere prijszetting in de markt wellicht meer geld worden verdiend voor de melkveehouders. Schumacher verwacht dat dat effect er niet of maar beperkt is. ‘Alleen op de Nederlandse markt wordt naar de garantieprijs gekeken en die markt is relatief klein. Nog los van de vraag of verwerkers zich baseren op onze prijs of dat ze die vooral op basis van eigen presteren neerzetten.’


Meer aanpassingen reglementen

Andere aanpassingen in de reglementen zijn:

  • DOC Kaas verdwijnt uit het rijtje van de drie meegewogen Nederlandse zuivelondernemingen. Dit wordt omdat moederbedrijf DMK al meedoet. Vreugdenhil Dairy Foods komt voor DOC in de plaats.
  • De evenredige meeweging van elke 33,3 procent van de drie Nederlandse zuivelondernemingen Cono, Leerdammer en DOC verdwijnt. De fabriek met de meeste melk wordt voortaan het zwaarst meegewogen, dat is Vreugdenhil Dairy Foods. De melkprijs van CONO Kaasmakers, al jaren de hoogste van Nederland, gaat dus minder zwaar meewegen. Niet schokkend, dit scheelt ongeveer 0,05 cent in de garantieprijs.
  • Boekwinsten van meer dan € 100 miljoen, bijvoorbeeld door verkoop van een bedrijfsonderdeel of pensioenmeevallers, worden niet meer meegenomen in de winstverdeling. De boekwinst wordt direct geïnvesteerd in nieuwe bedrijfsmogelijkheden of toegevoegd aan het ‘zuiver’ eigen vermogen van de onderneming.
  • De vastekostenregeling wordt verhoogd van € 100 naar € 131 per maand per bedrijf. Voor biologische en biologisch-dynamische bedrijven gaat de seizoensheffing voor de maand april omhoog van € 1 naar € 3 per 100 kilo.
  • Om melkveehouders te stimuleren hun bedrijf nog verder te verduurzamen, introduceert FrieslandCampina een ondernemingsbijdrage voor Foqus planet duurzame ontwikkeling. De hoogte van de ondernemingsbijdrage bedraagt 12,5 cent per honderd kilo melk.
  • FrieslandCampina voert per 1 janauri 2020 een juridische herstructurering door. Op deze manier wordt het huidige bruteringsvoordeel voor de leden behouden en dubbele belasting voor de leden en de onderneming voorkomen.
  • Per 1 januari 2020 wordt KoeMonitor opgenomen in de basiseisen van Foqus planet.
  • Voorbehandelen van spenen met wettelijk toegestane dip- en spraymiddelen mag vanaf 1 januari 2020.
  • Melkveehouders moeten vanaf januari hun weidetijden registreren in de digitale weidekalender op melkweb of via de Weidekalender-app.
Vorig artikelDe winst en vraagtekens bij #agractie 1 oktober 2019
Volgend artikelBoerenacties succes, maar niet de oplossing