De Milk Trading Company kan voor haar leden momenteel een melkprijs vastleggen van 52 cent per kilo voor de eerste vier maanden van 2023. Maar wie durft nog? Ruim 300 ledenmelkveehouders in Nederland en België moesten het afgelopen half jaar fors bijbetalen. De fysieke melkprijs lag veel hoger dan de vastgezette.
De succesverhalen bij de Milk Trading Company (MTC), een Belgisch-Nederlandse coöperatie die de melkprijs op de termijnmarkt vastlegt, zijn even op. Drie jaar lang was het prijs. Over 2018 en 2019 ontvingen melkveehouders gemiddeld over het jaar een extra melkopbrengst van respectievelijk 1,88 cent en 1,42 cent bovenop de prijs van hun melkfabriek. Over 2020, toen de fysieke melkprijzen als gevolg van corona stevig onderuit gingen, bedroeg de plus gemiddeld zelfs 4 cent per kilo melk. Winstbedragen van € 10.000 tot € 30.000 per bedrijf per jaar waren geen uitzondering.
In juli 2021 keerde het tij en moesten melkveehouders in plaats van cashen financieel bijpassen, over heel 2021 gemiddeld 1,58 cent per kilo vastgezette melk. Doordat de melkprijs van zuivelverwerkers het ene na het andere record brak, liepen de bijbetalingen voor melkveehouders in 2022 steeds verder op. Zo stond de melkprijs voor de eerste maanden van 2022 vast op ruim 38 cent, terwijl de werkelijk melkprijs steeg tot boven de 50 cent. Die maanden moest er dus zo maar ruim 12 cent per liter melk worden bijbetaald. Over het eerste half jaar van 2022 bedraagt het verlies 11,61 cent per kilo melk.
Bijstorten van 10 cent per liter
Nu was het overbruggen van het prijsverschil tussen vastgezette en fysieke melkprijs het grootste probleem niet. De fysieke melkprijs die de veehouders kregen van hun fabriek was in de meeste gevallen voldoende om het verschil te betalen. ‘Eigenlijk precies zoals de werking van de melktermijnmarkt is bedoeld’, stelt de Belgische directeur Dirk Coucke van MTC. Het probleem zat hem vooral in de extra bijstortingen die melkveehouders nog moesten doen op de waarborgrekening. Een voorwaarde op de melktermijnmarkt is namelijk dat MTC voldoende geld in kas heeft om voor een jaar vooruit voor het totale vastgelegde volume het verschil tussen de vastgelegde melkprijs en de verwachte melkprijs te kunnen financieren. Die eis zorgde ervoor dat leden tussen oktober 2021 en april 2022 voor elke liter van het nog vastgelegde volume in totaal nog eens 10 cent extra per vastgezette liter moesten bijstorten. Niet alle melkveehouders lukte dat op eigen kracht, zij moesten ervoor naar de bank. Coucke: ‘In België reageerde de bank zeer snel, in Nederland duurde de procedure meestal te lang. Dat deed velen pijn.’
Hoe werkt termijnmarkt ook al weer?
Een voorbeeld. MTC verkoopt in mei 2022 een future voor boter en melkpoeder op een omgerekende melkprijs van 52 cent in maart 2023 voor alle deelnemende melkveehouders. Stel dat de daadwerkelijke melkprijs in maart 2023 48 cent is, dan koopt MTC deze future in die maand terug voor 48 cent. De winst van 4 cent per kilo melk komt in de gezamenlijke pot en wordt naar rato van ingebrachte melk verdeeld onder de deelnemende melkveehouders. Maar is de melkprijs in maart 2023 55 cent dan moeten deelnemende melkveehouders 3 cent per kilo melk bijbetalen. Daarnaast moet er bij sterk stijgende prijzen borg worden bijgestort om voldoende waarborg in de pot te houden voor verliezen in de toekomst. Dit geld dient om verliezen bij te passen. De deelnemende melkveehouder krijgt deze borg deels of helemaal terug als de waarborg niet of slechts deels aangesproken hoefde te worden.
De situatie leidde tot veel onrust in en rondom MTC, alsmede een paar emotioneel beladen voorjaarsbijeenkomsten. MTC bood haar leden daar de keus om vervroegd uit te stappen. Van de 137 Nederlandse ledenmelkveehouders namen 47 hun verlies en stapten uit de MTC. Van de 195 Belgische melkveehouders hielden 65 leden het voor gezien. MTC gaat nu verder met 90 Nederlandse ledenmelkveehouders en 130 Belgische melkveehouders. ‘Zij bleven in positie, in de wetenschap dat de bijstortingen van waarborg zullen worden gecompenseerd door de fysieke markt of zelfs weer terugkomen via de termijnmarkt bij een daling van de prijs’, aldus Coucke.
€ 300.000 verlies
Een melkveehouder – hij wil niet met naam worden genoemd – vertelt dat deelname aan de MTC hem zo’n € 300.000 heeft gekost. ‘En daar zijn de winsten uit de eerste jaren al in meegerekend. ’ Op zich had hij wel door willen gaan, zeker omdat hij een deel van zijn verlies in de loop van dit jaar dan waarschijnlijk weer had teruggekregen. ‘Maar ik had eerder dit jaar de liquide middelen even niet meer om nog langer door te gaan met verlies vooruit betalen.’ Ondanks het forse financiële verlies staat hij nog steeds volledig achter het systeem van MTC. ‘In collectief verband tegen lage kosten aan risicomanagement doen. En als het meezit een mooie plus realiseren op de melkprijs. Dat het zo is gelopen, is spijtig. Maar ik neem daarin niemand iets kwalijk.
Verlies in 2022 tot nu toe: 11,61 cent per kilo melk
Wie had kunnen voorzien dat de melkprijs zo exorbitant zou stijgen?’
Luxe auto kwijt
Melkveehouder Piet Terwisscha van Scheltinga in het Friese Irnsum laat weten dat hij ‘een heel luxe auto’ had kunnen kopen van het verlies dat hij leed op de termijnmarkt. ‘In de coronajaren was de winst zo’n 2 cent per kilogram melk, maar dat is nu meer dan verdampt.’ Toch is hij nog niet uitgestapt, enerzijds omdat hij hoopt een deel van het verlies terug te krijgen, anderzijds omdat het principe van de melktermijnmarkt hem nog steeds wel aanspreekt. Hij beslist eind dit jaar of hij doorgaat. Het aanbod om de melkprijs voor het eerste kwartaal vast te zetten op 52 cent, laat hij aan zich voorbij gaan. ‘Dat vind ik te weinig. Zowel op de plantaardige markt als de markt voor zuivelproducten nemen de tekorten alleen maar toe. Dus ik verwacht dat de melkprijs in het eerste kwartaal van 2023 enkele centen hoger ligt dan 52 cent.’
Geen serieuze handel
Voor het tweede en derde kwartaal heeft MTC nog geen contracten afgesloten omdat er voor die periodes nog geen serieuze handel is. Coucke verwacht dat de interesse van melkveehouders bij een volgende melkprijsdaling weer toeneemt. ‘Het blijft een interessant instrument voor risicomanagement, maar ook voor melkveehouders die gelukkig worden van een bovengemiddelde prijs in een neerwaartse markt.’