Met de kalveren bij de koe, op biologische wijze en een ‘eindeloos aantal’ weidegangdagen, boert Jos Langhout Beemer uit Jelsum bepaald niet standaard. Tien jaar lang was ze bestuurslid van kenniscoöperatie Niscoo. Nu ze afscheid neemt, leggen we haar vijf vragen voor over haar bedrijf en bestuurswerk.
Hoe karakteriseer jij jullie melkveebedrijf?
‘Als een zelfdragend systeem. Dat wil zoveel zeggen als sturen op minimale input en de melkproductie zoveel mogelijk behalen uit weidegras. Mijn man Sander en ik houden onze 65 koeien al meer dan 25 jaar op biologische wijze en ze weiden van maart tot medio november zoveel uren als mogelijk is. Krachtvoer voeren we bijna niet. We sturen op gezondheid en zelfredzaamheid van het vee door te trachten de kwaliteiten van de natuur voor ons te laten werken.’
Rendeert dat ook in economische zin?
‘Uiteindelijk wel, al kost het zeker melkproductie. Onze kosten zijn echter erg laag en dat compenseert. Waarbij we wel eens zeggen dat ons bedrijf zichzelf runt, terwijl collega’s soms erg druk zijn met allerhande werkzaamheden die wij niet hebben. Zoiets komt natuurlijk niet vanzelf en in één keer. Wij melken ook met een robot en leren bijvoorbeeld bewust de jongere kalveren al wat weiden is en hoe ze later in dat ritme meekunnen. Opnieuw om dat zelfredzame karakter te verstevigen.’
Waarom zei je tien jaar geleden ja op de vraag om Niscoo-bestuurslid te worden?
‘Omdat deze kenniscoöperatie geen commercieel belang heeft en daarmee de kans heeft om een ander type sprekers en onderwerpen een echt podium te bieden. En hiermee onze kennisdeling een zetje mee te geven. Bij Niscoo hebben de afgelopen jaren meermaals mensen hun kennis en visie gedeeld die je elders niet of nauwelijks hoort. Ook mensen die anders denken en voor de troepen uitlopen. Ik geloof in wetenschap, maar als je alles louter wetenschappelijk benadert en eerst volledig uitrekent, probeer je nooit iets uit en vind je weinig nieuwe inzichten.’
En binnen Niscoo ervaar jij die ruimte wel?
‘Ja, gelukkig wel. Soms lopen we wat voor de troepen uit en ik houd daar wel van. Daarin zijn we als organisatie ook gegroeid. Tien jaar geleden was Niscoo nog een jonge club in opbouw en meer zoekende. Nu durven en kunnen we meer en vaker onderscheidend zijn. Het blijft een uitdaging om dat vast te houden, maar ik heb er wel vertrouwen in.’
Wat heeft het jou persoonlijk gebracht?
‘Binnen Niscoo werden mijn eigen ideeën en inzichten vaak gespiegeld. Op de bijeenkomsten, maar vooral ook binnen het bestuur bij het bedenken en organiseren van aansprekende bijeenkomsten. Daarbij werd ik meer dan eens uitgedaagd in mijn denken. Dat vind ik fijn, dus in dat opzicht heeft het mij veel gebracht.’