Royal A-ware biedt een deel van haar leveranciers de kans bij te verdienen aan koolstofcertificaten. Hiervoor mag minimaal 50% van het areaal grasland niet geploegd, gespit, gefreesd en doodgespoten worden. A-ware staat voor de kosten en betaalt na drie jaar een marktconforme prijs uit. Hoe hoog die dan is, is niet duidelijk.
A-ware nodigde een deel van haar leveranciers maandagavond 13 november in Heerenveen uit voor een toelichting op de plannen. Deelnemers aan de ‘koolstofpool’ committeren zich aan minimaal 50% van hun areaal als blijvend grasland te beheren voor een periode tot 10 jaar.
Na een nulmeting in het eerste jaar, vindt na drie jaar de eerste meting plaats tot een diepte van 60 centimeter. Daaruit moet blijken wat de toename in organische stof (OS) is. Op basis daarvan wordt de toename in koolstof berekend en de eventuele vergoeding die de deelnemer krijgt.
Een koolstofcertificaat staat gelijk aan 1 ton opslag aan CO₂. Momenteel ligt de marktwaarde op een kleine € 100 per certificaat. De gemiddelde jaarlijkse toename wordt ook op 1 ton ingeschat. Dat zou een vergoeding van € 100 per deelnemende hectare per jaar betekenen. Bij 50 hectare is dat € 5.000 op jaarbasis. Of dat ook uitkomt, blijkt na de eerste drie jaar vastlegging.
Wie mee wil doen moest echter vaart maken: A-ware heeft laten weten dat uiterlijk tot en met 15 november een leverancier kan aangeven of hij/zij serieuze interesse heeft om deel te nemen. Die haast heeft volgens A-ware te maken met het tijdig kunnen uitvoeren van alle 0-metingen, doormiddel van grondmonsters, tussen nu en februari 2024.
A-ware werkt voor dit programma samen met de Dutch Carbon Company (DCC). Zij regelen de metingen en grondmonsternames. De bijbehorende kosten, bijvoorbeeld voor die metingen, neemt A-ware voor zijn rekening. Wel wil het zuivelbedrijf dat hiervoor minimaal vijftig melkveehouders zich inschrijven. A-ware wil namelijk dit programma benutten binnen haar duurzaamheidsprogramma waarin gewerkt wordt aan een sterke verlaging van de CO₂-impact in de hele zuivelketen. Bij minder dan vijftig deelnemers acht het zuivelbedrijf de kosten en baten niet in balans.
AH-boeren nog buiten spel
De melkveehouders die aan A-ware leveren voor de Albert Heijn melkstroom waren niet welkom op de bijeenkomst en ook niet binnen deze koolstofpool. Volgens A-ware is dat omdat er binnen het ‘Beter voor’ (de AH-melkstroom) al afspraken gelden rondom koolstofvastlegging. Een grondeigenaar kan niet binnen twee projecten voor koolstofvastlegging meedoen.
Binnen de groep boeren van de AH-melkstroom ontstond bijna een jaar geleden onrust om precies hetzelfde onderwerp. De leiding van A-ware schreef hen toen dat zij de koolstofrechten niet aan derden mogen verkopen en dat deze automatisch toebehoren aan A-ware/Albert Heijn. Na een discussie hierover leek A-ware te hebben toegezegd de koolstofcertificaten toch tegen een marktconforme prijs af te nemen van al haar leveranciers, dus ook de leverancier van de ‘Beter voor’ AH-melkstroom.
A-ware stelt dat alle betrokken AH-melkstroom leveranciers afgelopen voorjaar reeds zijn bijgepraat over waarom de AH-boeren niet hun koolstofcertificaten los kunnen verkopen. Een deel van de AH-melkstroom leveranciers van A-ware onderschrijft die lezing. Anderen stellen juist dat zij nog steeds op een duidelijk antwoord wachten en dat zij het ook nog steeds oneens zijn met de opstelling van A-ware en Albert Heijn op dit punt.