De taal, de hitte. Dagenlang tevergeefs wachten op een monteur. De toenemende strijd om grond en water met oprukkende olijf- en frambozenboeren. Melken in Portugal is best uitdagend. Máár die totale vrijheid om bijna letterlijk te doen en laten wat je wilt, joh! Geen hoofdbrekens meer over stikstof, Natura 2000, grondgebondenheid, waterkwaliteit of andere forse opgaves die de lust op ondernemen al bij voorbaat de grond in slaat. Weinig geneuzel met regeltjes en een melkprijs die niet zo gek veel lager ligt dan de Nederlandse. Met een kostprijs die dat wel doet. Echt, doe mij maar een enkeltje Portugal.
Studiereis van 17 tot 20 maart
Het is een gedachte die veel van de ruim 50 deelnemende melkveehouders aan de Melk van het Noorden-tour, die plaatsvond van 17 tot 20 maart, ongetwijfeld even door het hoofd heeft gespeeld. De vier melkveehouders die ze bezochten genieten van het leven en maken allemaal serieus geld. Jan en Hinke Schuurmans, die dankzij met melken verdiende geld nu in staat zijn om een hotel met 140 kamers, restaurant, bowlingbaan en trampolinepark te realiseren. De Europese Unie geeft hen met een bak subsidie – iets met ondernemen in een relatief arme regio – een flinke steun in de rug. Frans Ampt die zijn koeien 365 dagen per jaar 24/7 laat weiden en daarom alleen maar in een melkstal hoeft te investeren. Zijn Nieuw-Zeelandse manier van boeren brengt hem naar 6000 kilo melk per koe. Reken maar dat er wat overblijft.

Extreem late eerste snede geen ramp
180 graden anders is het bedrijfsmodel van Geert, Marvi en Paul Roothans, de Brabanders die veel input combineren met veel output: 41 kilo melk per koe, jaarproducties van 12.000 kilo melk per koe, veel behandelingen en bijna 20 man aan het werk op ruim 800 koeien in goed geoutilleerde bedrijfsgebouwen. Strakke organisatie, strakke planning, met als eindresultaat een inkomen waar menig Nederlandse melkveehouder jaloers op is. En dan de jonge Marc de Boer, die in z’n uppie het avontuur zocht en nu met z’n Portugese vriendin Ana héérlijk aan het ondernemen is. Dat de oogst van zijn eerste grassnede inmiddels al ruim twee maanden achterloopt op de planning, is in Portugal niet heel erg. Komt het vandaag niet, komt het morgen. Die houding kan daar: bij ruime marges kun je de teugels makkelijker laten vieren. De krappere marges in Nederland door strenge milieuregels en dure grond dwingen boeren om voortdurend op het scherpst van de snede te opereren. Een gemiste eerste snede is voor melkveehouders in ons land een regelrechte ramp.

Melken in Portugal aantrekkelijk
Het is hét grote verschil tussen boeren in Portugal en boeren in Nederland. Natuurlijk, ook daar moet er wat gebeuren. Banken hanteren een regiem waarbij de lening op grond en gebouwen in 15 jaar volledig moet zijn afgelost. Maar de grondprijzen zijn er, zeker in de onderste hleft van het land, fors lager. Regels zijn er wel, maar er wordt amper tot niet op gecontroleerd. Als het op papier allemaal maar een beetje klopt, is het wel goed daar. Daar komt nog bij dat de vier genoemde bedrijven boeren in de Alentejo, een dun bevolkt gebied met weinig bedrijvigheid. Enige actie wordt zowel door de Portugese regering als Brussel aangemoedigd met flinke subsidies. Een jonge boer die een melkrobot koopt? Hup, 60% subsidie. Een nieuw hotel in de stad? Steunen dat initiatief. Wie maar een beetje durft te ondernemen in deze regio, kan rekenen op financiële steun van overheden. Dat alles maakt het boeren in Portugal best wel erg aantrekkelijk.
50 ton droge stof per hectare in een jaar

Eind juni is het jaarlijkse congres van de European Dairy Farmers (EDF) in Portugal. De Portugezen gaan daar gras- en maisopbrengstcijfers laten zien waar boeren in de meeste Europese landen een beetje stil van worden. Met drogestofopbrengsten uit gras van soms wel 30 ton per hectare. Sommige Portugese boeren lukt het zelfs om met gras- en maisteelt achterelkaar aan in één jaar tijd drogestof-opbrengsten van 50 ton per hectare te halen. Het leverde tijdens de Melk van het Noorden-reis door Portugal een razend interessante discussie op tussen Portugezen en Nederlanders. Eigenwijs als ze zijn, stelden de Nederlanders de nodige vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de cijfers. Ga je een beetje doorrekenen, dan hebben ze daar ook zeker een punt. Feit blijft dat boeren die het een beetje in de vingers hebben in Portugal gruwelijk veel gras en mais van het land kunnen halen. Dat het gras, niet geremd door al te veel controle op regelgeving, blauw ziet van de stikstof, geeft aan dat er een groot verschil is tussen boeren in Portugal en boeren in Nederland. Het knarsetanden van de Melk van het Noorden-studiereis deelnemers daarover was tot in de uithoeken van Lissabon te horen.
Even op de rekening-courant kijken
Gelukkig maakte het lekkere Portugese eten en drinken veel goed. Portugal is het land met de hoogste vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Europa. De Nederlanders lieten zich het vlees, de vele andere gerechten en de heerlijke wijnen goed smaken. En ach, wie eenmaal thuisgekomen even een blik werpt op het laatste melkgeldbriefje of de rekening-courant, beseft dat het leven in Nederland zo slecht nog niet is. Ook bij ons wordt op menig melkveebedrijf de laatste jaren best wel geld verdiend, zelfs met de hoge mestafzetkosten van dit moment.
