Het gros van verkochte melkveebedrijven in Noord-Nederland gaat naar veehouders die uit andere regio’s van Nederland komen. Ruimte in het Noorden en een goede prijs-kwaliteitverhouding van gebouwen en grond geven de doorslag.

Ondanks onzekerheid in de agrarische sector vanwege het stikstofdossier, blijft de verkoopbaarheid van melkveebedrijven op een relatief hoog niveau. Dat stelt de vakgroep Agrarisch & Landelijk van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM). Met name in de noordelijke helft van Nederland wisselen melkveebedrijven vlot van eigenaar. Vaak komen de kopers niet uit Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Noord-Holland.

‘Vier van de vijf recent verkochte melkveebedrijven zijn naar melkveehouders uit het zuiden of westen van ons land gegaan’, zegt Eelke Turkstra van Agri Vastgoed. ‘We zien daarin een duidelijke toename. In dichter bevolkte gebieden is de druk op grond groter dan in de noordelijke helft van Nederland en in Friesland en Groningen, waar wij actief zijn. Dat remt kansen om verder uit te breiden en dat stimuleert veehouders in het zuiden en westen om te migreren naar het Noorden. In Friesland en Groningen zijn in het verleden ook relatief weinig gebieden aangewezen voor natuurontwikkeling. Daardoor heeft de landbouw hier letterlijk meer ruimte dan in andere provincies.’

‘€ 100.000 betalen voor een hectare om alleen wat mest te plaatsen, is niet echt verantwoord’

 Uit NVM-cijfers blijkt dat het aantal transacties van melkveebedrijven in Noord-Nederland vanaf 2018 toeneemt, terwijl de transacties in Midden- en Zuid-Nederland afnemen. Ook de Rabobank ziet meer melkveehouders vanuit het westen en zuiden van Nederland naar Noord-Nederland gaan.

‘Vaak veehouders die moeten verplaatsen. Ze gaan naar Friesland, Groningen en delen van Drenthe vanwege de ruimte en gunstige prijs-kwaliteitverhouding van grond en vaak goede melkveestallen’, zegt Marijn Dekkers, sectormanager melkveehouderij van Rabobank. ‘De huiskavels zijn er groter en er is nog grond te koop.’ In Friesland is het makkelijker om een Natuurbeschermingswet(Nb)-vergunning te krijgen dan in Groningen. ‘In Groningen heeft een groter deel van de bedrijven geen onherroepelijke Nb-vergunning. Dat maakt verkassen naar Groningen minder makkelijk, terwijl de structuur van bestaande Groningse melkveebedrijven vaak wel goed is’, weet Dekkers. 

Van Zuid-Holland naar Friesland

Verkopers van melkveebedrijven zijn meestal veehouders ouder dan 55 jaar zonder bedrijfsopvolger. Kopers van melkveebedrijven in het Noorden zijn vaak veehouders die in een andere regio niet verder kunnen vanwege natuurontwikkeling of woningbouw. Dat geldt ook voor de broers Martin (47) en Theo Korporaal (45) die per 1 maart 2024 verkassen van Groot Ammers in Zuid-Holland naar een melkveebedrijf in Wetsens bij Dokkum in Friesland.

‘Wij melken nu 100 koeien op 22 hectare grond en willen graag naar 200 koeien en meer grond. We hadden hiervoor vergunningen en financiering al rond, maar door natuurontwikkeling kunnen we toch niet verder in Groot Ammers’, vertelt Martin Korporaal. In mei 2023 hakten de twee broers de knoop en gingen zoeken naar een andere locatie. ‘Als je op internet zoekt, kom je al snel uit in Noord-Nederland, omdat grond en gebouwen daar veel goedkoper zijn dan in Zuid-Holland. Het scheelt € 20.000 tot € 25.000 per hectare en in Friesland heb je nog ruimte om te boeren.’

Voor de broers was emigratie naar het buitenland geen optie. Het trekt ze helemaal niet en de taal is een barrière. ‘Bovendien moet je in het buitenland ook werken’, grapt Korporaal. Via een makelaar in Waarder bekeken de broers Korporaal vier bedrijven in Friesland. Het eerste melkveebedrijf is het geworden.

‘Voor ons een prachtige kans met veel voordelen. Het heeft 54 hectare grond, 100 procent huiskavel en de vorige eigenaar verhuurt ons nog acht hectare. In Zuid-Holland zaten we op veengrond en hier op zware zavel tot kleigrond, dus veel betere grond en veel minder sloten. De stal uit 2015 met emmissiearme vloeren is ruim opgezet en biedt plaats voor 140 koeien, waarvoor de Nb-vergunning ook op orde is. Op termijn willen we naar 200 tot 250 koeien op 100 hectare grond’, zegt Korporaal. ‘Het voordeel van deze streek is ook dat grondruil met akkerbouwers mogelijk is, waardoor we meer mest kunnen afzetten.’ De Zuid-Hollandse ondernemers kregen de financiering vrij makkelijk rond.  

Grondprijs blijft hoog

Dekkers en Turkstra verwachten dat de vraag naar grond onverminderd hoog blijft. ‘Het landbouwareaal is de laatste jaren alleen maar afgenomen, terwijl extensivering en grondgebondenheid politiek hoog op de agenda staan’, zegt Dekkers. ‘Grond wordt gezien als een veilige belegging. Dat verhoogt de vraag naar grond, ook buiten de landbouw.’ Turkstra ziet ook investeerders in grond, die dit vervolgens verhuren aan boeren.

‘De vraag naar losse hectares grond stijgt. Veehouders kunnen na 2026 minder mest op hun grond kwijt en spelen hierop in met grondaankoop. Dat zet grondprijzen onder druk. Net als een aantrekkende woningbouw. Want boeren die bouwgrond in gebruik hadden, raken dat nu kwijt en gaan ook op zoek naar grond’, vertelt Turkstra.

Dekkers waarschuwt veehouders wel om goed te blijven letten op de rentabiliteit van investeringen. ‘Ondernemers die verplaatsen, kunnen vaak moderniseren en uitbreiden. Dat is zeker een kans, maar het blijft oppassen met extra grond kopen voor hoge prijzen’, zegt Dekkers. ‘Ga niet maximaal financieren, want de kosten van melkproductie blijven hoog en de rentes zijn hoog. Meer dan € 100.000 betalen voor een hectare grond om alleen wat extra mest op te plaatsen, is niet echt verantwoord.’ 

Transacties in de Nederlandse melkveehouderij

 

Deze staafdiagram toont een optelsom van de cijfers van NVM, VBO en Vastgoedpro. Het geeft geen 100% beeld van alle transacties, maar wel van het overgrote merendeel.                                                           Bron: NVM.

In 2022 werden in totaal 247 agrarische bedrijven verkocht (in 2021 nog 341), waarvan 59 melkveebedrijven (in 2021 nog 74). Het aantal onroerendgoedtransacties in de agrarische sector is vorig jaar sterk gedaald ten opzichte van 2021. Die conclusie trekt NVM-vakgroep Agrarisch & Landelijk in haar jaarrapport. De verkoopbaarheid van melkveehouderijen daarentegen zat in 2022 juist in de lift. Gemiddeld stonden melkveehouderijen 184 dagen te koop, ruim 100 dagen minder dan in 2021. De gemiddelde verkoopprijs van € 3,26 miljoen was niet eerder zo hoog. In het eerste halfjaar van 2023 zijn er 32 melkveebedrijven verkocht en bleef de markt voor melkveehouderijen relatief stabiel. De gemiddelde verkoopprijs daalde wel naar € 3 miljoen, maar is historisch gezien nog steeds erg hoog. Bedrijven waar de vergunningen op orde zijn en de grond goed is, blijven populair.

Vorig artikelCO2-voetafdruk verlagen met elektrisch voeren
Volgend artikelDeelname duurzame melkstroom: 5 cent meer saldo