Naam: Peter Oosterhof (51)
Plaats: Foxwolde
Bedrijf: Biologisch, 115 koeien, 50 stuks jongvee, 65 ha eigen grond, 60 ha natuurgrond

‘Groeien naar morgen betekent voor mij vooral dat de overheid de rekenregels en modellen waar nu beleid op wordt gemaakt, inruilt voor een no-nonsens beleid met gezond verstand. LNV schuift mijn bedrijf graag naar voren als regeneratief modelbedrijf, hét voorbeeldbedrijf van kringlooplandbouw. Ik mag overal aanschuiven en mensen op mijn bedrijf ontvangen om het natuur-inclusieve ideaalplaatje van de toekomst te showen. Dat doe ik met heel veel plezier. Maar ondertussen zeggen de modellen waarop boeren worden afgerekend dat mijn bedrijf te veel ammoniak en methaan uitstoot. En is financiering voor bijvoorbeeld een bedrijfsovername lastiger dan voor de boer met 400 koeien op stal en nul weidedagen.’ 

‘Je kunt mijn bedrijf opdelen in tweeën: de ene helft is 55 hectare huiskavel waar we met productief kruidenrijk grasland, extreem veel weidegang en een voorjaarsafkalvende veestapel zoveel mogelijk melk proberen te ‘weiden’. De andere helft is natuur- en beheergras waar ik ’s winters de oudmelkte veestapel van voer. De switch van intensief naar extensief zorgt ervoor dat de melkproductie per koe is gezakt van 9.000 naar 6.500 kilo melk. Ik voer nog maximaal 3 kilo krachtvoer per koe per dag en haal 88% eiwit van eigen land. Er is inmiddels zelfs sprake van een negatief stikstofoverschot per hectare. Desondanks wordt berekend dat ik te veel ammoniak uitstoot omdat ik bovengronds drijfmest uitrijd. Dat in mijn drijfmest de helft minder stikstof zit dan gemiddeld, kan ik nergens in de Kringloopwijzer en al helemaal niet in het Aerius-rekenmodel kwijt. Toch ga ik niet injecteren, want ik wil geen zware machines op mijn bodem. En heb nu een bodem waar verschillende wormenexperts helemaal blij van worden.’

‘Qua methaan is het volgens de berekeningen al helemaal bedroevend hier. Dat komt omdat m’n koeien in de winter de functie van natuurbeheerder op zich nemen en op de oogst van de extensievere graslanden herkauwen. En dus kom ik thuis van een Koeien en Kansen-bijeenkomst met het advies om de krachtvoerkraan weer open te draaien, het gras jong te maaien en mais te gaan telen. Want als je een hoop vreemde energie invliegt, vinkt de Kringloopwijzer aan dat je het fantastisch doet. Ik vind dat zó raar, zó scheef. Kijk eens in deze sloot. Daar zwemmen vissen en daar zie je het groot blaasjeskruid groeien. Als je die plant in je sloot hebt, doe je alles goed, constateerde de ecoloog van de provincie Drenthe. ‘Ga daar dan ook beleid op schrijven’, zei ik. Zover is het helaas nog niet.’

‘Zie je dat natuurland van Staatsbosbeheer daar? Ooit was het weiland van ons, toen mijn vader nog boer was. Het wemelde er van de weidevogels. Die zie je niet meer. Wel een dikke dooie boel en veel pitrus. Wie in godsnaam heeft daar wat aan? Er zitten behoorlijke weeffouten in de wijze waarop we momenteel met boeren en natuur omgaan. Ik doe volop aan natuurbeheer en van het resultaat kun je ook nog eens goed eten. Hoe mooi wil je het hebben? Als de overheid een transitie wil dan kunnen ze dat stimuleren met andere spelregels, in plaats van met € 24 miljard te strooien. Zeg dan gewoon: ‘Joh, als je het zo doet als jij, dan krijg je verder carte blanche. Want je bent een voorbeeld van hoe wij graag zien hoe de landbouw eruit ziet in 2030 of 2040.’

 

Dit artikel verscheen ook in magazine Agrarische Schouw, gepubliceerd vanaf 21-09-2023 in Noord-Nederland. Peter Oosterhof is in dit magazine geportreteerd met zijn verhaal als demobedrijf binnen het LNV-project ‘Groeien naar Morgen’. 

Vorig artikel‘Ik ben continu op zoek naar kennis’
Volgend artikelHet nieuwe zomerstalvoeren arriveert in Friesland