Naam: Hans Vetketel (54)
Plaats: Koekange
Bedrijf: 100 melk- en kalfskoeien, 47 hectare grond waarvan 20 kruidenrijk

‘Alles draait voor mij om balans in de bedrijfsvoering. Alleen zo kun je volgens mij groeien naar morgen. Dat betekent financieel rendabel zijn en dat er tijd is om te genieten, andere dingen te doen. Of dat allemaal mogelijk blijft in de toekomst, daarover maak ik mij soms wel zorgen. Ik ben daarom sinds 2019 ook drie keer naar protestbijeenkomsten geweest, in Den Haag en Stroe. Omdat ik vind dat iedereen moet weten dat de regelgeving op onderdelen dermate doorschiet dat het jonge generaties onmogelijk wordt gemaakt.’

‘Tegelijkertijd moet je nu ook verder. En het boeren verandert hoe dan ook. Ook het gangbare boeren. Ik wil boer blijven dus zoek ik kennis om bij te blijven. De laatste vijf jaar heb ik veel cursussen en workshops gevolgd, vooral bij collega-boeren. En gigantisch veel geleerd, meer dan in de twintig jaar daarvoor. Nu deel ik mijn ervaringen op mijn bedrijf met collega’s. Van hun vragen en opmerkingen leer ik ook weer. En door kennis te vergaren, elders in de keuken te kijken en mensen op je erf te halen, verbreed en versterk je je netwerk enorm. Dat is ook mooi.’

‘Mensen van LNV en FrieslandCampina vragen mij meer dan eens: wil jij niet biologisch worden? Jawel hoor, als ik de garantie krijg dat mijn inkomen op peil blijft. Maar die garantie krijg ik natuurlijk niet en met 16.000 kilo melk per hectare past gangbaar mij nu nog veel beter. Op 20 hectare boer ik overigens nagenoeg al biologisch. Daar komt al vier jaar geen kunstmest en chemie meer op en teel ik kruidenrijk grasland. Om dat goed te laten gedijen, ook met de juiste machines, is best een zoektocht. Maar qua opbrengsten gaat het heel aardig en de klavers, kruiden en polvormende grassen zijn een wapen in de steeds vaker voorkomende droge zomers.’

‘Het minderen zoek ik niet per se in minder koeien houden. Dat moet volgens mij geen doel op zich zijn. Niet voor de boer en niet voor de overheid. Het gaat om de balans. Minderen zoek ik in minder input en daarmee minder kosten. Dat lukt op mijn bedrijf goed met eerder in het voorjaar starten met weiden. Daardoor kuil ik minder hectares en bespaar ik stevig op bewerkingskosten. Ook gebruik ik de laatste jaren veel minder kunstmest. Door het kruidenrijke grasland, maar ook door sinds 2015 de mest te bewerken met magnesiumchloride. Eerst dacht: weer zo’n flut product. Maar ik ben blij dat ik het opgepakt heb.’

‘Omdat ik sceptisch was, heb ik het eerste jaar de loonwerker een perceel half om half laten bemesten met bewerkte en onbewerkte mest. Eerst dacht ik geen verschil te zien, maar na bemonstering was het gras van de bewerkte mest duidelijker beter in balans en qua voederwaarde ook nog eens hoger. En al snel bleek, de beworteling is sterk verbeterd. Bijkomend voordeel: op alle percelen strooi ik zeker 30% minder kunstmest nu de mest bewerkt is en een veel betere werking heeft. Ik zou daarom echt wel, ook als gangbaar boer, helemaal van de kunstmest af willen, maar dan moet de overheid ons ruimte geven om meer in plaats van minder dierlijke mest te mogen gebruiken. Door deel te nemen aan verschillende projecten waar de provincie en LNV ook bij betrokken zijn, hoop ik mijn steentje bij te dragen dat bij deze instanties de ogen daarvoor echt opengaan.’

 

Dit artikel verscheen ook in magazine Agrarische Schouw, gepubliceerd vanaf 21-09-2023 in Noord-Nederland. Hans Vetketel is in dit magazine geportreteerd met zijn verhaal als demobedrijf binnen het LNV-project ‘Groeien naar Morgen’. 

Vorig artikel‘Ik zit graag zelf aan het stuur’
Volgend artikel‘Er klopt hier iets niet’