Naam: Jan Pieter (49) en Margaretha (45) van Tilburg
Plaats: Hellum
Bedrijf: 150 melkkoeien, 143 hectare in gebruik waarvan 126 in eigendom

‘Meer verdienen, met minder. Dat is hoe wij proberen richting de toekomst te bewegen. Minder is dan vooral minder input, maar wellicht ook wel wat minder kilo’s melk. Dat scheelt omzet, maar ook kosten. Met iets minder melk en veel minder input toch hetzelfde verdienen. We denken dat wij daar het gelukkigst mee zijn en in de toekomst het beste mee uitkomen. De kunst is daarbij vooral om met de laatste 5 tot 10 koeien ook rendement te draaien. Die zoektocht, dat is een mooie puzzel om aan te werken.’

‘Op 60% van ons land strooien we al helemaal geen kunstmest meer. Dat resulteert amper in lagere opbrengsten. Ook krachtvoer kopen we steeds minder aan. We verbouwen zelf tarwe en veldbonen als krachtvoervervangers. En als het weer en seizoen het toelaat, proberen we de mais als MKS te oogsten. Ook zetten we veel in op kruidenrijk grasland. Je moet dat wel vaker vernieuwen dan gewoon grasland en hebt dus meer bewerkingskosten, maar dan werkt het echt goed. Alles om maar zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. Wij hebben de laatste jaren veel geïnvesteerd in energie- en gasbesparing. Daardoor zijn we, ook voor de privéwoning, grotendeels zelfvoorzienend. Machtig mooi is dat.’

‘Voor ons is de volgende stap waarschijnlijk biologisch worden. Niet omdat we dat per se willen, maar omdat dat de plus in de melkprijs geeft die je nodig hebt als je steeds extensiever boert. Mijn enige vrees voor een overstap zit nog in de ruwvoerpositie. Ook daarin willen we graag zelfvoorzienend blijven.’

‘Ik houd van dingen uitproberen en zelf aan het stuur zitten. Het rantsoen reken ik dan ook altijd zelf uit. Bij het voeren gaan we ook verder dan de meeste collega’s. Het streven is een maximum van 15 ureum en bij vers gras durf ik prima veel lager te zitten. Deze zomer zaten we lange tijd op 4 tot 8 ureum en dat molk prima. In ruw eiwit zitten we onder de 150 en ook dat gaat goed. De productie van ruim 9.000 kilo melk per koe blijft op peil en de koeien gezond. Sterker nog, gezonder dan met meer eiwit. Dat geloof ik echt. Volgens mij omdat de mest van betere kwaliteit is met een lager RE-gehalte in het voer. Onze overtuiging is dat de meeste reductie op emissiegebied gehaald moet worden uit het veevoer. De meeste veevoeradviseurs zitten vast in een verdienmodel dat gebaseerd is op kilo’s brok. Zij zouden op resultaat in emissiereductie betaald moeten worden.’ 

‘Als melkveehouder voel ik mij, mede door de initiatieven die wij hier oppakken en uitdragen, geaccepteerd en gewaardeerd. Door de omgeving, waaraan we bijvoorbeeld aandelen in één van onze windmolens beschikbaar stelden. Dat geeft meer werk, maar legt ook verbinding. Onze collega-melkveehouders vinden ons vaak iets te ver vooruit lopen, maar waarderen denk ik wel dat wij durven te pionieren. Dat vinden we ook echt leuk. Waar een ander verandering vreest, inspireert en motiveert het mij. Alleen bij de bank voelt het vaak alsof ik mij moet verdedigen. Die zitten naar mijn gevoel ook vast in het oude model van denken. In het geloof dat intensivering en massa nog altijd de beste route is. Eerder maakte mij dat onzeker. Nu niet meer. De laatste jaren hebben bewezen dat we met anders doen en voorop lopen wel degelijk goede resultaten kunnen behalen.’

 

Dit artikel verscheen ook in magazine Agrarische Schouw, gepubliceerd vanaf 21-09-2023 in Noord-Nederland. Jan Pieter van Tilburg is in dit magazine geportreteerd met zijn verhaal als demobedrijf binnen het LNV-project ‘Groeien naar Morgen’. 

Vorig artikel‘Iedereen kan kleine stapjes zetten’
Volgend artikel‘Ik ben continu op zoek naar kennis’