De Friese melkveefamilie Van der Woude in Hantumeruitburen blijft investeren in de toekomst. De fokkerijliefhebbers – die dit jaar de grens van 2 miljoen liter slechten – hebben sinds vorig jaar hun eigen windmolen.

Andries van der Woude is een echte koeienman. Met gepaste trots toont hij het magazine van KI Kampen. Op de voorpagina prijkt derde kalfskoe Rhoderterpster Stefanie 81. Ze is afkomstig uit de stal van Van der Woude. ‘We hebben tien dochters van fokstier Solution. Ik vind het prachtig dat een van hen zo mooi in dit boekje staat’, vertelt de Friese melkveehouder. Als fokkerijliefhebber heeft hij soms net wat meer over voor een rietje dan de gemiddelde melkveehouder. ‘Een mooi exterieur kan ik zeker waarderen, maar uiteindelijk draait het om de melk die eronder zit.’

Van der Woude begeeft zich het liefste tussen de koeien. Met machines heeft hij weinig op. Dat blijkt uit het feit dat hij vrijwel al het landwerk heeft uitbesteed aan de loonwerker. Het machinepark is sober te noemen. ‘We voeren met een kleine blokkenwagen, getrokken door een oud McCormickje’, zegt Van der Woude. De manier van voeren sluit helemaal aan op het motto van de ondernemer. ‘We houden het graag simpel. ‘Keep it simple’, waarbij we strikt op de kosten letten.’

Op den duur naar robots

De melkveehouders melken in een 2×10-visgraat-melkstal (70 graden). Daarin realiseren ze met de 191-koppige melkveestapel een rollendjaargemiddelde van 10.029 liter, met 4,04% vet en 3,47% eiwit. Een melkbeurt neemt 3,5 uur in beslag. ‘Onze oudste zoon Pieter Christiaan melkt ’s ochtends. Hij weet nog niet zeker of hij het bedrijf wil overnemen. Op deze manier kan hij rustig uitvogelen of hij zijn toekomst op de boerderij ziet’, vertelt Andries van der Woude die de melkingen op de middagen voor zijn rekening neemt. De koeienman kent alle dieren uit z’n hoofd. ‘Vroeger kon ik bovendien de precieze melkgift per koe zo opdreunen, tot achter de komma. Dat is nu niet meer zo.’ Van der Woude melkt graag. Hij vindt het fijn om alle koeien dagelijks van dichtbij te zien. Vanwege het arbeidsplaatje zijn de gezinsleden het er wel over eens dat er op den duur melkrobots moeten komen.

De melkveehouders werken zonder individuele koeherkenning en stappentellers. Een tochtige koe wordt desondanks meteen opgemerkt op het bedrijf. Koeienman Van der Woude heeft er simpelweg oog voor. Voor de kinderen geldt hetzelfde. ‘Pieter Christiaan, Anniek en Willem Dirk zien ook onmiddellijk of een koe tochtig is’, aldus Van der Woude. Zijn vrouw Jenny vult aan: ‘We hebben een echt gezinsbedrijf, waarbij alle kinderen meehelpen en betrokken zijn.’ Ook Piet van der Woude (77), de vader van Andries, komt nog graag op de boerderij. Zes dagen per week voert hij ’s middags de koeien.

Jongvee tijdelijk weg

De afgelopen jaren is er veel gebeurd op het bedrijf, waarbij het niet altijd gemakkelijk ging. In 2015 werd een nieuwe MDV-ligboxenstal in gebruik genomen. Met de snelle introductie van het fosfaatrechtenstelsel moesten de ondernemers hun groeistrategie flink bijstellen. Van der Woude zag zich zelfs genoodzaakt om zijn jongvee tijdelijk van de hand te doen, geheel tegen zijn principes in. ‘Gelukkig konden we onze eigen dieren net voor het afkalven weer terugkopen’, zo memoreert hij.

‘Door de windmolen zijn onze energiekosten verwaarloosbaar’

De ondernemers konden tegen relatief gunstige voorwaarden ruim 40 hectare erfpachtgrond overnemen. Met fors meer onderpand lukte het hen om ook fosfaatrechten bij te kopen. In 2019 werden 40 koeien uit Duitsland aangevoerd. ‘Groeien met eigen aanwas duurde toch langer dan gehoopt’, licht Van der Woude die keuze toe.

De afgelopen jaren hebben de ondernemers hun bedrijf volledig asbestvrij gemaakt. ‘Dat werd ons min of meer opgelegd door de verzekeraar, die anders niet meer wilde uitkeren bij stormschade.’ Inclusief sanering telden ze € 95.000 neer voor een nieuw dak. Van der Woude vond het niet nodig om het dak te isoleren. ‘We zitten hier vlakbij de kustlijn. Dat scheelt toch vaak al een paar graden.’

Windenergie

Sinds vorig jaar wekken de ondernemers hun eigen windenergie op. Wie vanuit Dokkum het bedrijf van Van der Woude benadert, ziet de molen enkele meters boven de stal uitkomen. De windmolen van Hulst Wind Energy heeft een ashoogte van 15 meter. ‘We hadden bij Eneco een driejarig energiecontract. We betaalden maandelijks € 970 voor gas en stroom en kwamen de energiecrisis goed door’, vertelt Jenny van der Woude. Het nieuwe contractaanbod van € 2.290 per maand zette hen aan het denken. ‘We hebben jaarlijks tussen 50.000 en 55.000 kWh nodig op ons bedrijf. De molen produceerde het afgelopen jaar 67.500 kWh. Met het oog op de toekomstige robots is het niet erg om overcapaciteit te hebben. Met de vergoeding voor het terugleveren van stroom zijn onze energiekosten nu verwaarloosbaar’, zegt Van der Woude.

Na een goed melkjaar was er vorig jaar bovendien de nodige investeringsruimte. Van der Woude greep zijn kans. ‘Stilstand is achteruitgang. We blijven investeren in ons bedrijf’, aldus de ondernemer, die dit jaar voor het eerst meer dan 2 miljoen liter melk verwacht af te leveren. De kale molen kostte € 125.000. De melkveehouders moesten in totaal een kleine € 20.000 bijleggen. ‘Heien bleek noodzakelijk. Dat kostte € 7.500. Voor de aanleg van de kabelaansluiting waren we € 12.000 kwijt’, zegt Van der Woude. Hij kon aanspraak maken op € 13.200 ISDE-subsidie. Dankzij de coronaregeling kon hij de molen in het eerste jaar voor 50% versneld afschrijven.

Mestafzet loopt in de papieren

De afbouw van de derogatie en de hoge mestafzetkosten doen zich intussen voelen op het bedrijf. ‘We zijn behoorlijk intensief.’, zegt Van der Woude. Hij moet dit jaar 4.000 kuub afvoeren. De melkveehouder doet zaken met een collega-ondernemer, die op een paar kilometer afstand een mestvergister heeft. Net als iedere andere veehouder kijkt hij reikhalzend uit naar lagere mestafzetkosten. ‘We moeten afvoeren en betalen. Dat is slikken en doorgaan. Natuurlijk schrikken we van de rekening, maar we zijn ook blij dat we plaatsingsruimte hebben. Het is wachten op een nieuw evenwicht in de markt.’

De melkveehouders kijken ondanks de hoge mestafzetkosten met vertrouwen naar de toekomst. ‘Als het hier in deze regio niet meer lukt om melkvee te houden, dan kan het nergens meer”, zegt Andries van der Woude. Zijn vrouw Jenny werpt de blik alvast negen jaar vooruit. ‘In 2033 zit familie Van der Woude 100 jaar op deze boerderij.’ Het moet wel heel raar lopen wil de nuchtere melkveefamilie dit bijzondere eeuwfeest mislopen.

Van links naar rechts Andries (51), Willem Dirk (16), Jenny (49), Anniek (19) en Pieter Christiaan (22) van der Woude. ‘We hebben een echt gezinsbedrijf, waarbij alle kinderen meehelpen en betrokken zijn.’
Vorig artikelStudiereis naar Portugal in maart 2025, meld je hier aan
Volgend artikelRidderzuring effectief te lijf met spotsprayer