Jaarlijks doen zich op landbouwbedrijven rond de 450 stalbranden voor, de meeste op pluimvee- en varkensbedrijven, waar veel elektra en techniek aanwezig is. Hooibroei en kortsluiting zijn in de melkveehouderij regelmatig oorzaak van brand. ‘Daarnaast ontstaan branden vaak tijdens het uitvoeren van werken of door oververhitting en zelfontbranding van machines’, weet Wilco de Boer, directeur van Agriland Assurantieadvies in Leeuwarden.

Ondanks het pakket aan veiligheidsmaatregelen uit het in 2011 gestarte en inmiddels al weer afgelopen Actieplan Stalbranden is het aantal branden bepaald niet teruggelopen. ‘Het leidt ertoe dat verzekeraars ook naar melkveehouders steeds strenger worden in het nemen van preventieve maatregelen’, signaleert De Boer.

Inspectie

Meint Leijenaar in Tirns kreeg een paar jaar geleden te maken met brand, toen een pan met olie vlam vatte. Gelukkig werkten de brandblussers goed, maar iedere keer als hij dacht de brand meester te zijn, laaide het vuur weer op, tot wel viermaal toe. ‘We weten dus hoe snel het kan gaan.’

Leijenaar boert in maatschap met zijn broer Jan. Beide veehouders merken dat de controles van de verzekeraars strenger worden, niet alleen voor brand, maar ook voor stormrisico’s. Een aantal weken terug kregen ze bezoek van een inspecteur van hun verzekeringsmaatschappij, die na een rondgang over het melkveebedrijf van alles had aan te merken. Dat ze niet meer mogen lassen op de werkbank in de schuur met rieten dak begrijpt Leijenaar best. ‘Maar het kan ook doorschieten. Een dakpan die niet goed lag, werd opgemerkt als aandachtspunt. Een overhangende tak boven het dak moest worden gesnoeid. Een scheur in de buitenmuur van de boerderij moest vol pur worden gespoten om mogelijke verzakking te voorkomen. Hij sommeerde zelfs om de uilenborden op korte termijn te verven. Het gaat soms wel ver’, vindt Leijenaar.

Eigen veiligheid

Ook Wilco de Boer is van mening dat sommige verzekeraars de teugels wel heel strak aantrekken. Aan de andere kant ziet hij ook de risico’s op menig melkveebedrijf. Oude trekkers met verhoogd brandgevaar in de stal. Schuren vol spinrag. Strobalen pal naast plaatsen waar met vuur wordt gewerkt. Stofophoping op en in elektrische installatiecomponenten. Een kachel aan een roestige ketting. De Boer kan wel begrijpen dat sommige situaties door verzekeraars als onwenselijk worden beoordeeld. Boeren staan vaak niet stil bij de vele brandgevaren.

In die zin vind ik extra controles een goede zaak, ook voor hun eigen veiligheid.’

De Leijenaar-broers in Tirns hebben het er maar druk mee want vandaag komt inspecteur Jarno Bruins voor een zogeheten Vier-inspectie. Hij is inspecteur bij Arepa Inspexx, een onafhankelijke keuringsinstantie die namens verzekeraars controles uitvoert. Bruins komt voor een inspectie van de elektrische installaties in de woning en de bedrijfsgebouwen. De kosten van deze inspectie zijn voor de veehouder: € 750 en de frequentie is eens in de drie tot vijf jaar.

Ronde over bedrijf

Bruins stelt Leijenaar allerlei vragen over de staat van elektrische installaties en kijkt of hij ook loshangende elektriciteitsdraden tegenkomt, open wandcontactdozen op risicovolle plaatsen aantreft, beschermkappen over lampen mist of andere brandgevaarlijke situaties tegenkomt.

In de groepenkasten voert hij een thermografische inspectie uit, om te constateren of er losse verbindingen of een overbelasting in de groepenkast aanwezig is. Beide afwijkingen kunnen brand veroorzaken. Daarnaast meet hij in de groepenkasten of de zekeringen bij overbelasting tijdig genoeg uitschakelen.

‘Aardlekschakelaars zijn letterlijk van levensbelang’

Bij de Leijenaars zijn de meeste punten prima in orde. Het voornaamste minpunt op gebied van elektra is het gebrek aan aardlekschakelaars in de groepenkasten. ‘Aardlekschakelaars zijn letterlijk van levensbelang’, zegt Bruins. Als een defect in de voerautomaat, een kapotte warmtelamp of een beschadigd snoer zorgt voor te veel lekstroom, maakt de aardlekschakelaar de installatie spanningsloos. ‘Dat is maar goed ook, want een lekstroom kan dodelijk zijn, zeker in vochtige omstandigheden.

Wij adviseren onze klanten altijd om aardlekschakelaars minimaal twee keer per jaar te testen, bijvoorbeeld bij de overgang van zomer-naar wintertijd en omgekeerd. Als de aardlekschakelaar bij het indrukken van de testknop afschakelt, dan werkt deze naar behoren.’

Tekort aardlekschakelaars

Volgens Bruins is er op zo’n 30 procent van de melkveebedrijven een tekort aan aardlekschakelaars.

In het eindrapport van Bruins, dat de Leijnaars een week later per mail ontvangen, staat dat ze hier binnen nu en drie maanden wat aan moeten doen. De constatering van Bruins is overigens opmerkelijk omdat de groepenkast in de woning nog jong is. Van de installateur zou toch verwacht mogen worden dat die weet dat hier een aantal aardlekschakelaars geplaatst hadden moeten worden.

Vervelend voor de Leijenaars: zij moeten nu opnieuw een installateur laten komen om de vereiste aardlekschakelaars alsnog aan te leggen. Daarna moeten ze het eindrapport met een herstelverklaring naar hun verzekeraar sturen. Zodat die weet dat de afwijkingen zijn hersteld door een gekwalificeerde installateur. Hiermee wordt weer voldaan aan de gestelde eisen van de verzekeraar en blijven ze bij brand volledig gedekt. ‘Als dit meteen goed was aangelegd, was dit dus niet nodig geweest’, constateert Leijenaar.

Controle op aanleg

Bruins komt het in de praktijk vaker tegen. ‘Nieuw aangelegde elektrische installaties in agrarische bedrijfsgebouwen voldoen lang niet altijd aan de eisen. Alles lijkt voor elkaar, totdat er in opdracht van de verzekeraar een eerste onafhankelijke controle plaats vindt. Dan blijkt dat ineens niet het geval en komt de boer voor extra kosten te staan. De kennis van installateurs schiet nogal eens te kort. Daarom eisen steeds meer verzekeraars meteen na de nieuwe installatie een onafhankelijk inspectierapport.’

Brand- en stormschade. De verzekeraars halen de teugels aan, in de hoop dat het leidt tot minder schades en een daling van de uit te keren schadebedragen. ‘Hopen dat het lukt, kunnen de premies meteen ook naar beneden’, grapt Leijenaar tegen Wilco de Boer. De verzekeringsadviseur helpt het met hem hopen. De Boer constateert dat een gemiddeld melkveebedrijf alleen aan brand- en stormverzekering al snel zo’n € 5.000 per jaar kwijt is. ‘En daar komen dus nog inspectiekosten en – met een beetje pech – de nodige herstelkosten voor blijvende dekking overheen.’

Belangrijker vindt De Boer dat boeren bewust worden van een brandveilig gebruik van hun stallen. ‘Bedrijven worden groter en er komt steeds meer techniek in de stal. De risico’s worden dus groter. Wat mij betreft, begint het bij orde en netheid in de stal. Als je daar voldoende aandacht aan besteedt, kun je al heel veel risicofactoren tackelen.’

Vorig artikel‘Wij als ledenraad ja-knikkers? Uiteindelijk wel ja’
Volgend artikelMelk van het Noorden Nr.1