Jarenlang kwam de veestapel van Goitzen Elzinga niet veel verder dan 32 kilo gemiddeld per koe per dag. Het roer ging om en dit voorjaar werd voor het eerst de 40 kilo gehaald. Hoofdoorzaken volgens de gedreven melkveehouder: niet meer weiden en een kloppend gemengd rantsoen voor de droge koeien.
De koeien vanaf het vroege voorjaar buiten, zo ziet Goitzen Elzinga (33) uit Feanwâlden het het liefst. Jarenlang werd deze werkwijze ook toegepast door de jonge melkveehouder en zijn vader Klaas, waarmee hij samen met moeder Jinke en vrouw Grietsje in maatschap zit. Tot het vorig jaar lang nat bleef en zijn voeradviseur Freddy Kingma van Hoogland BV er ook op aanstuurde de koeien dan maar binnen te houden. ‘Wij hadden al langer de wens om de productie per koe op te krikken en stonden er daarom nu wel voor open, hoezeer ik weidegang ook waardeer’, vertelt Goitzen.
‘Op ons bedrijf was het effect echt groot. De zandgrond hier maakt dat weiden vanaf juni meestal al erg uitdagend wordt en de productie stevig doet dalen. Iets waar je het hele najaar dan de nasleep van merkt. Afgelopen zomer boden we een constant rantsoen aan en hielden de productie stabiel op 38 kilo per koe per dag, terwijl we vasthouden aan tweemaal daags melken. Zo’n productie had ik zomers nog nooit beleefd. We stelden een weddenschap op om binnen een jaar boven de 40 kilo per koe gemiddeld te komen. In maart was het zo ver en kon de taart en het bier op tafel’, vertelt Goitzen lachend.
Adviseur moet prikkelen
De sterke gestegen melkproductie heeft volgens de ambitieuze melkveehouder meer oorzaken. ‘Toen Freddy hier kwam als nieuwe voervertegenwoordiger hebben we meteen gezegd: wat we goed doen hoef je ons niet te vertellen. Het gaat erom dat je durft te zeggen wat er beter kan en ons prikkelt dat op te pakken.’ Zo gezegd, zo gedaan. Een belangrijke omslag lag bij het voeren van de droogstaande koeien. Goitzen Elzinga had naar eigen zeggen in een paar jaar tijd zeker acht verschillende rantsoenen geprobeerd en was blij dat hij met het voeren van louter hooi en brok rust had gevonden. ‘Dat werkte vrij knap, maar Freddy was duidelijk: voor een hogere productie was een droogstandsrantsoen mengen onontbeerlijk. Ik zag dat eigenlijk niet zitten, had er slechte ervaringen mee.
‘De markt maakt dat wij wel moeten inzetten op een optimaal renderende koe’
Kleine porties willen minder mengen en broeien sneller. Hij hield echter vol, ik ging overstag en het resultaat is prima. Sinds jaren heb ik nu echt het geloof dat we het juiste droogstandsrantsoen hebben. Die overtuiging komt voort uit het feit dat we alle afgekalfde koeien monitoren en noteren wat eventueel afwijkt van het gewenste patroon. Met gewenst bedoel ik dat de koe in de dagen voor het afkalven echt goed vreet en zo na afkalven ook meteen door kan in de koppel. Zonder enige beperking door een lege pens of wat voor problemen dan ook. Wij waren in het verleden daar te makkelijk in, maar ik heb geleerd dat het droogstandsrantsoen écht de belangrijkste sleutel is tot een gezonde en hoogproductieve melkveestapel.’
Klauwproblemen de baas worden
Dat de veestapel van Elzinga zo goed presteert, liet zich vijf jaar geleden zeker nog niet aanzien. In 2018 werd een nieuwe ligboxstal in gebruik genomen, maar succesvol verliep de start allerminst. ‘De vloer bleek veel te ruw’, vertelt Goitzen. ‘Ik had soms wel koeien binnen twee weken na afkalven op twee blokjes staan omdat de hele klauwen waren weggesleten.’
Gevolg was koeien die wel in de krachtvoerboxen kwamen en te weinig vraten aan het voerhek. Daarmee daalde de ruwvoeropname en de gezondheid alleen maar verder. ‘In samenwerking met de mannen van Hoogland BV hebben we vanaf 2019 stapje voor stapje vooruitgang geboekt. Een belangrijke verandering was om de brokgift sterk te verminderen en het basisrantsoen te verrijken. Daarmee dwongen we de koeien meer aan het voerhek te vreten en werden ze zienderogen gezonder.’
Toen de verbetering inzette, kwam ook Goitzen zijn ambitie om de gemiddelde productie te stuwen weer om de hoek kijken. ‘De voerleverancier zei: hakselen in plaats van zelf inkuilen betekent 1 kilo melk meer en een inkuilmiddel gebruiken nogmaals 1 kilo melk meer. Eerst waren wij terughoudend want we waren niet gewend kosten te maken. Inkuilen deden we 100% zelf en op zo’n plus in de productie krijg je geen garanties. Omdat hun eerdere tips goed uitpakten, lieten we ons toch overhalen en wederom pakte het goed uit. Inmiddels ben ik dan ook niet meer, in tegenstelling tot enkele jaren geleden, bang om kosten te maken. Wij voeren 31,5 kilo krachtvoer per 100 kilo melk en hebben zo’n 12 cent voerkosten. Maar het voersaldo is voor mij leidend. Als ik iets duurder voer aankoop, maar het voersaldo daarmee € 2 hoger weet te houden, verdienen we meer dan wanneer we beknibbelen op aankoop van voer.’
Foutjes meteen afgestraft
Uitdagender noemt hij de huidige manier van boeren wel. ‘Aan de ene kant niet, want wij doen elke dag hetzelfde en daarom noem ik het ook vaak het systeem voor domme boeren. Tegelijkertijd word je bij een hogere melkproductie per koe ook veel harder en eerder afgestraft bij alles wat je net niet goed oppakt. Denk aan het net een dag laten lopen van een koe die niet goed loopt of een stukje broeiend voer door het gemengde rantsoen meenemen. Tot een liter of 34 kom je daar nog mee weg, maar nu wij rond de 40 kilo gemiddeld zitten, merk ik dat dat echt niet meer kan. Je moet dus scherper zijn. Dat is uitdagend, het lukt heus niet altijd, maar maakt het ook wel weer extra leuk.’
De huidige werkwijze is ook een intensievere. Zeker nu de koeien het jaarrond binnen staan. Iets wat politiek en maatschappelijk niet wordt toegejuicht. ‘Ik hou zelf ook erg van weidende koeien’, zegt Goitzen nogmaals. ‘De markt, met alle wet- en regelgeving daarnaast, maken echter dat wij om geld te blijven verdienen wel moeten inzetten op een optimaal renderende koe. En in ons geval betekent dat een koe die probleemloos veel melk produceert. Ook wij moeten inmiddels veel mest afzetten. Dat kost ons dit jaar naar schatting al zo’n € 50.000. Ik heb er meermaals aan gerekend en kom steeds tot dezelfde conclusie dat plankgas melk produceren de beste remedie is tegen die stijgende kosten.’
De melkveehouder erkent dat de mestafzetkosten wel een uitdaging vormen, maar de gestegen rente ziet hij momenteel als een groter risico. ‘Dat plaagt ons financieel ook meer, maar ook dat hoort er allemaal bij. Net als het feit dat de politiek een onbetrouwbare partij is. Dat is altijd al zo geweest en daarom heb ik daar persoonlijk ook niet veel last van. Ik geloof dat je je eigen plan moet trekken en moet opereren binnen wat kan en mag. De geschiedenis leert dat de boeren die daar goed in slagen, bestaansrecht houden.’