Er is een groeiende beweging die wil dat kalveren na de geboorte bij de koe blijven. ‘Kan niet’. zeggen veel melkveehouders. ‘Kan wel, als je maar wilt’ zegt de Nederlandse Elisa de Veen die dat al drie jaar doet op haar biologischdynamische melkveebedrijf in Noord-Duitsland. Ze levert haar melk aan een kleine zuivelaar en ontving in 2021 een gemiddelde prijs van 47 cent per kilo.

Wie goed naar het biologisch-dynamische melkveebedrijf van Elisa de Veen in het Noord-Duitse Sterup wil kijken, moet de gangbare bril even afzetten. Het bedrijf en het verhaal van Elisa vraagt om een neutrale blik. Het verhaal hoe ze uiteindelijk in Noord-Duitsland terecht is gekomen, is verre van gangbaar. Net zoals het bedrijf zelf, waar de kalveren tot een leeftijd van minimaal 3 maanden bij de koe blijven lopen.

Familietragedie

Elisa heeft boerenroots, maar is niet afkomstig van een agrarisch bedrijf. ‘Mijn grootouders hadden een traditioneel melkveebedrijf bij Oudewater in het Groene Hart. Door omstandigheden is het bedrijf niet voortgezet.’ Maar het boeren- en biologische bloed stroomde door haar aderen. Waardoor Elisa bos- en natuurbeheer aan de Landbouw Universiteit Wageningen ging studeren. Ze studeerde af in 2013, had baantjes bij de post en Ikea. ‘Maar ik wilde, móest gewoon buiten zijn.’ In die tijd begon haar jongere zus Suzanne een MBO-opleiding biodynamische-landbouw aan de Warmonderhof. Elisa besloot in deeltijd hetzelfde te doen en liep tegelijkertijd stage bij een melkveebedrijf.
Het bleek de opmaat naar het echte boerenwerk. Reagerend op advertenties togen beide zussen naar Noorwegen. Elisa kwam terecht op een traditioneel familiebedrijf in Lom, 170 kilometer ten noordwesten van Lillehammer. Het werd gerund door een Duitse vrouw wier Noorse man ernstig ziek was. Haar zus belandde op een ander nabij gelegen bedrijf. Op een gegeven moment attendeerde de moeder van de Duitse vrouw, zij woont in Duitsland, de zussen op een vacature voor bedrijfsleider bij de Stichting Aktion Kulturland. De stichting beheert negen relatief kleine bedrijven in heel Duitsland, waar ze de verbinding wil maken tussen landbouw en ecologie. Waarna de zussen opnieuw de sprong waagden en op 1 februari 2019 verkasten naar Hof Bremholm in Sterup. ‘Hier maken we echt onze droom waar’, zegt Elisa.

Drie maanden bij de koe

Toen de zussen op Hof Bremholm terecht kwamen, was het al een biologisch bedrijf met zo’n vijftig koeien. ‘We besloten eerst te boeren zoals de voorganger het deed’, aldus Elisa. Zo moesten volgens de Duitse BD-normen kalveren drie dagen bij de koe blijven. De zussen wilden het bedrijf eerst van binnen goed leren kennen. Bijvoorbeeld het werken met een in het voorjaar afkalvende veestapel van vijftig koeien bestaande uit een ratjetoe aan
kruislingen met HF-, Angler-, Black Angus-, Jersey- en RDN-bloed bijvoorbeeld.
Op een gegeven moment kalfde een koe met de fraaie naam Sieben (zeven) zwaar af. ‘Ze kon nauwelijks op haar benen staan’, herinnert Elisa zich nog. Ze besloot de koe met haar kalf in de jongveestal te houden. Om Sieben gezelschap te houden, kwam er al snel een
vaars met een kalf bij en later nog een koe met haar kalf. Maar omdat de melkstal relatief ver van de jongveestal is verwijderd, was het melken erg onhandig. ‘Na een paar weken besloten we de drie koeien met hun kalveren bij de kudde te doen’, zegt Elisa.

‘Wees niet te bang het anders te doen’

Rond die tijd belde Hans Möller (zie kader onder). Hans heeft al vijftien jaar het
zuivelbedrijfje ‘De Öko Melkburen’ waarbij hij naast zijn eigen melk inmiddels ook van vijf
andere bedrijven melk verwerkt en vermarkt onder de merknaam Jahreszeiten Milch, Yoghurt en Kwark. Belangrijk onderdeel van die melkstroom is dat ze afkomstig is van koeien waarbij de kalveren tot drie maanden bij de koe blijven. ‘Hans vroeg ons: wil je niet
meedoen?’ Er was niet meteen een ja, want álle kalveren bij de koeien….? ‘Maar Hans zei: alles is mogelijk als je maar een knop omzet in je hoofd. Dat was het laatste zetje dat we nodig hadden.’

Rust en respect

‘Hoe dat ging, alle kalveren in de kudde? Nou, de eerste twee weken was het een heel gebrul en gedoe tijdens het melken’, weet Elisa nog. Maar daarna zag en ziet ze dat de koeien veel rustiger werden en respectvoller met elkaar en met de kalveren omgingen.
Een groot voordeel is dat kalveren zichzelf redden. ‘Je hoeft ze niet meer apart te voeren en hebt geen stal meer nodig.’ Maar Lisa ziet nog veel meer voordelen. Zo is er eigenlijk nooit meer kalversterfte, is kalverdiarree op een enkele uitzondering na ook verleden tijd en komt melkziekte bij de koeien amper meer voor. Bovendien is haar ervaring dat de kalveren veel beter en harder groeien dan op bedrijven waar kalveren apart opgroeien. ‘De eerste vaarskalfjes worden al bij 3 á 4 maanden tochtig. En de stierkalveren blijven tot zelfs 4 maanden bij de moeder en hebben dan al een slachtgewicht van minimaal 120 kilo.’

Kalf drinkt 2.000 kilo melk

Allemaal goed en wel die voordelen, maar hoeveel melk drinken de kalveren wat ten koste gaat van de jaarleverantie van de koeien? ‘Dat is gemiddeld 2.000 kilo melk per koe per jaar’, weet Elisa. De gemiddelde jaargift per koe is 6.500 tot 7.000 kilo op alleen gras en een beetje graan, dus belandt er per koe jaarlijks maximaal 5.000 kilo in de tank. Met de gangbare bril op is dat weinig, maar Elisa houdt koeien om met respect voor de natuur melk, vlees en mest, voor de akkerbouwtak op het bedrijf, te produceren. Natuurlijk moet dat economisch wel rendabel zijn, maar met in 2021 een gemiddelde melkprijs van 47 cent van ‘De Öko Melkburen’ kan het net uit, weet Elisa. De kostprijs is laag omdat de koeien melk maken uit alleen gras. Verder zijn de opfokkosten nihil, net zoals de gezondheidskosten. En een voordeel is dat ze het vlees van de razendsnel groeiende stierkalveren zelf verkopen. Al is Elisa de eerste om te erkennen dat die 47 cent aan de krappe kant is. ‘Maar het kan alleen maar beter worden’, zegt ze wijzend op het feit dat de
Duitse supermarktketen Edeka in Noord Duitsland 60 cent voor Demeter-melk (BD-keurmerk) wil betalen.
En een andere kleine melkverwerker, Hamfelder Hof in Mühlenrade vlakbij Hamburg, besloot onlangs de melkprijs met maar liefst 20 cent te verhogen tot 70 cent per kilo.

Elise de Veen: ‘Ik zeg niet dat dit systeem heilig is, maar het past bij mij.’ Foto’s: Uwe Scheper.

‘Het moet bij je passen’

Elisa kent de praktische vraagtekens die veel van haar gangbare collega’s hebben. ‘Ik zeg ook niet dat dit systeem heilig is. Het moet bij je passen en het past bij mij!’ Ze kent de discussie in Nederland, recent aangewakkerd door de gewraakte posteractie van Dier
& Recht in diverse steden. Als het gaat om het welzijn van de kalveren is ze echter heel stellig: ‘Of je haalt het kalf meteen na de geboorte weg bij de koe, óf je laat het minimaal drie maanden bij de koe lopen.’
Wat ze collega’s vooral mee wil geven is: ‘Wees niet bang om het anders te doen. Begin klein. Laat eerst de kalveren die je wilt aanhouden bij de koeien lopen.’
Waar ze zich enorm aan stoort is de polarisatie in de discussie rondom het houden van de kalveren bij de koeien. ‘Het zijn twee fronten aan het worden die geen oog voor elkaar lijken te hebben, daar kan ik heel slecht tegen.’

 

Dit artikel verscheen eerder in Agrarisch Magazine 2022 dat vanaf 30-12-21 in Noord-Nederland is verspreid.

 

‘De consument wíl dat kalf bij koe blijft’

Samen met twee andere melkveehouders besloot Hans Möller uit het Noord-Duitse Lentföhrden tien jaar geleden dat ze hun eigen melk gingen verwerken. ‘Na de zoveelste fusie van onze melkverwerker besloten we: dat willen we niet nog een keer meemaken. We willen zelf bepalen wat er met onze melk gebeurt, hoe het wordt vermarkt. En zo halen we een deel van de marge uit de tussenhandel, want die hebben we nodig op onze bedrijven.’ De Öko Melkburen werd opgericht en de kleine melkfabriek in Horst (iets ten noorden van Hamburg) werd aangeschaft. Inmiddels is dat een coöperatie met 300 burgerleden en dertien melkveehouders. Er werken achttien medewerkers in de fabriek.

Van hoeveel bedrijven verwerken jullie de melk?

‘Van totaal dertien bedrijven. Zes daarvan, waaronder het bedrijf van Elisa de Veen, houden de kalveren minimaal drie maanden bij de koe. De andere zeven zijn meer conventionele melkveebedrijven, maar wel met verplichte weidegang en bijvoorbeeld maximaal 30% mais in het rantsoen.’

Wat voor melkveebedrijf heb je zelf?

‘Ik heb dertig dubbeldoelkoeien van het ras Schwarzbunte Niederungsrind. Ze krijgen onbeperkt weidegang en ik voer ze alleen gras, graskuil of hooi. We melken een keer per dag; alleen ’s morgens. De koeien geven gemiddeld 4.000 – 4.500 kilo melk per jaar. Ik reken dat 2.000 kilo per jaar naar het kalf gaat, dus 2.000 á 2.500 kilo komt in de tank.’

Waarom laat je de kalveren bij de koe?

‘Omdat onze afnemers dat willen. Toen we onze eigen melk gingen verwerken, haalden we net zoals iedereen de kalveren meteen na de geboorte weg. Maar we staan in nauw contact met onze afnemers en die vroegen steeds vaker en nadrukkelijker hoe we met onze kalveren omgingen. De consument wíl gewoon dat het kalf bij de koe blijft. Op een gegeven moment dacht ik, laat ik het gewoon eens proberen. En dat ging eigenlijk heel goed. Er heerste gauw een andere sfeer op het bedrijf. Veel meer ontspannen. Ik voelde meteen: dit is goed voor het kalf, de koe én de mens.’

Maar is het ook goed voor de portemonnee?

‘Zeker, voor ons merk Jahreszeiten Milch betalen consumenten € 1,80 tot € 2,20 per kilo. Ik schoot vroeger ook in de verdediging als mensen kritische vragen stelden over de manier waarop wij met onze kalveren om gaan. Maar ik heb inmiddels geleerd gewoon te luisteren. En mezelf af te vragen: waarom doen we de dingen zoals we doen? En kunnen we het niet anders doen?

De € 47 per 100 kilo melk die je uitbetaalt aan de deelnemende boeren is toch te laag?

‘Ze hebben eigenlijk 60 cent per kilo melk nodig. Over 2 á 3 jaar, als we de banklening die nodig was om de melkfabriek in Horst geschikt te maken, hebben afgelost, dan kan ik die 60 cent betalen. Ook omdat de marktvraag stijgt. Ik denk dat de marktpotentie wel 10% van het geheel is.’

Vorig artikelHoefolle ferstjinnet in boer?
Volgend artikelStaghouwer kin fuort oan de bak; derogatie stiet wer op de tocht