De film ‘Vogels kun je niet melken’ schetst de zoektocht van de Friese melkveehouder Bote de Boer naar balans tussen economisch gezond boeren en zijn passie voor weidevogels. Oudste zoon Marc (28) wachtte het antwoord niet af en kocht in 2022 een melkveebedrijf in Zuid-Portugal. Daar melkt hij 320 koeien en vond hij tevens liefdesgeluk.
Ja hoor, daar in de verte rijdt hij, de hoofdrolspeler van de film, de man in de rode overall. Ter voorbereiding van de driedaagse Melk van het Noorden-studiereis naar Zuid-Portugal, hebben we in de namiddag van maandag 21 oktober 2024 afgesproken met Marc de Boer. De jonge Friese boer kocht in december 2022 een melkveebedrijf in Fronteira, dat hemelsbreed op 2 uur reizen ten oosten van Lissabon ligt, slechts 30 kilometer verwijderd van de Spaanse grens. Terwijl hij ons rondleidt over het bedrijf, is zijn vader, Bote de Boer, druk in de weer met het inzaaien van gras. ‘Hij zou drie weken blijven, maar dat zijn er inmiddels zes. We willen er zeker van zijn dat alle gras goed in de grond zit voor de regen komt.’
Te heet voor grasgroei
In grote delen van Zuid-Portugal is het tussen eind mei en september te heet voor grasgroei. Zelfs met beregening lukt dat niet. De onbarmhartige zon brandt het gras volledig dood en dus moet er elk jaar opnieuw worden ingezaaid. Deze klus staat gepland zo tussen half september en eind oktober. ‘Je moet er dan wel zeker van zijn dat er voldoende regen komt, anders kun je nog een keer’, vertelt Marc. Zijn bedrijf ligt in de Alentejo, de meest dunbevolkte regio van Portugal. Het gebied is qua omvang vergelijkbaar met Nederland.
Rond het bedrijf ligt 90 hectare grond, hierop wordt gras verbouwd. De eerste oogst is in januari. De tweede snede wordt zes tot acht weken later geoogst. In mei wordt het laatste gras geoogst. ‘Dit jaar oogstten we twee prima eerste kuilsneden en maakten we van de derde snede duizend pakken hooi. Per seizoen oogsten we zo’n 8 ton aan droge stof’, vertelt Marc. Even verderop staat een beregeningsinstallatie, een joekel. ‘Hij staat er wel, maar we gebruiken hem niet. Misschien in de toekomst, als we de mais zelf gaan verbouwen. Nu kopen we die nog aan.’
Z’n draai volledig gevonden
Twee jaar nu zit hij in Portugal, Marc de Boer. En hij heeft z’n draai volledig gevonden. Het bedrijf met 320 melkkoeien loopt en de melkprijs is met 48 cent voor Portugese begrippen uitzonderlijk goed. Er komt geld binnen, bevestigt Marc. ‘Maar er gaat ook geld uit. Ik heb een lening bij de bank met 2,9% rente. Daar komt de euribor nog overheen en dan ben je maandelijks toch zo’n 7% aan rente kwijt, dat is best pittig.’ Verder moet er jaarlijks graszaad komen en kost de mais rond de € 90 per ton.
‘Aan voerkosten ben ik in totaal zo’n 25 cent per liter kwijt. Al met al mag ik niet klagen, als ik kijk hoe het er met de mestproblematiek in Nederland aan toe gaat.’ 320 melkkoeien en 200 stuks jongvee op 90 hectare, daar komen we in Nederland zelfs mét derogatie niet mee uit, leggen we hem voor. Terwijl Portugal toch ook gewoon een EU-land is. Marc glimlacht. ‘Hier dus wel, de controles zijn minder streng. En er is zoveel grond in de omgeving dat je het op papier altijd wel goed rond kunt maken.’
Eenmaal binnen wordt het beeld dat Marc z’n draai heeft gevonden dubbel en dwars bevestigd. In de woonkamer van het grote huis tegenover het melkveebedrijf worden we niet alleen hartelijk begroet door drie enthousiaste honden, maar ook door z’n Portugese vriendin Ana Cláudia Gameiro. Ze kwam als schoonmaakster naar de boerderij, maar is nu de vrouw des huizes. Cupido schoot raak en Marc glundert van trots, als hij vertelt over zíjn Ana. Ze doet inmiddels de hele administratie van het bedrijf en de twee zijn duidelijk erg blij met elkaar.
‘Foar de kofje net eamelje’
In de keuken hangt een tegeltje met de Friese tekst: ‘Foar de kofje net eamelje’. Het brengt ons op de vraag waarom hij vanuit het Friese emigreerde naar Zuid-Portugal. Marc vertelt dat hij enthousiast werd om in Portugal te gaan boeren toen hij mee ging draaien op het melkveebedrijf van Jan en Hinke Schuurmans, die aan de westkust van Portugal boeren en daar inmiddels drie melkveebedrijven hebben. Het zijn vrienden van z’n vader. In 2018 liep Marc daar stage en nadien kwam hij er elke zomer terug. Nu en dan kwamen er wel bedrijven te koop en zo rijpte het idee voor een toekomst in Portugal.
Ook thuis in Tjerkwerd lagen er mogelijkheden om samen met mijn broer Jan Jochum het bedrijf te gaan doen en uit te bouwen. ‘Maar ik wilde eigenlijk het liefst de wereld in, een nieuwe uitdaging aangaan’, vertelt hij. Zo kwam het dat ze in december 2022 het melkveebedrijf kochten van de familie Van der Linde in Fronteira.
Via het Van Hall in Leeuwarden liep hij eerder stages in Oost-Duitsland en Canada. Dat laatste land trok hem ook wel. ‘Maar dan ben je echt ver van familie en vrienden vandaan. Hier in Portugal komen er toch regelmatig even wat vrienden of familie langs en ik hou ook erg van het sociale aspect van het leven.’ Het leven is goed in Portugal, vindt hij. ‘Mensen nemen de tijd voor het leven, met weinig overhaasting en lekker en uitgebreid eten en drinken.’ Ook de vriendelijkheid en gastvrijheid van de Portugese bevolking spreekt hem erg aan.
Nette stal met zand in boxen
We lopen naar buiten naar de stal, die vijftien jaar geleden werd gebouwd. Voor Portugese begrippen is dit qua huisvesting een zeer net bedrijf. Er draait een auto het erf op. In vloeiend Portugees, althans zo klinkt het, staat Marc de man te woord. Op het melkveebedrijf zijn drie vaste medewerkers. De melkproductie ligt normaal op zo’n 33 kilo melk per koe, op een rantsoen van graskuil, mais, stro, luzerne en een aantal enkelvoudige grondstoffen. ‘Maar we hebben nu behoorlijk last van blauwtong, de productie is gedaald naar 29 liter’. Daar zullen we even doorheen moeten’, vertelt hij.
De vorige eigenaar koos ervoor om de koeien in te kruisen met procross en Marc zet die lijn tot op heden voort. De koeien liggen op zand in de boxen, een systeem wat Marc erg goed bevalt. ‘Gezondere koeien met minder klauwproblemen’ vat hij het voordeel samen.
Opmerkelijk is dat de Portugese regering op elk nieuw geregistreerd kalf € 80 subsidie geeft, dit om de melkaanvoer in het land op peil te houden. De grondprijs voor niet-beregenbare grond in deze regio zit rond de € 10.000. Is de grond wel beregenbaar, zoals bij Marc, die beschikt over een waterput, dan moet er zo’n € 18.000 per hectare worden neergeteld.
De melk van het bedrijf van Marc gaat naar zuivelfabriek Grupo Santiago, een zuivelonderneming met vijf fabrieken, verdeeld over het land en met elk hun eigen regionale kaasspecialisaties In Portugal heeft Grupo Santiago een marktaandeel van 70% in verse kazen. Jaarlijks wordt met de melkveehouder een melkvolume afgesproken en daarmee wordt redelijk flexibel omgesprongen. Wat meer melk leveren dan het volume is doorgaans geen probleem.
Nederlandse enclave Zuid-Portugal
Inmiddels is het donker. Bote komt met de trekker het erf op rijden. Wat volgt is een hartelijke begroeting en een stortvloed aan mooie verhalen. Zo geestdriftig en spraakzaam Bote is, zo kalm en rustig is z’n zoon Marc. We besluiten om samen met Marc, Anna, Bote en de Friese stagiaire Marleen de dag af te sluiten in een Portugees restaurant, met een keur aan vis, supermals vlees en heerlijke Portugese wijnen op de menukaart. Niet voor niets staat Portugal in Europa bovenaan, als het gaat om de meeste vleesconsumptie per hoofd van de bevolking. Tijdens het eten horen we dat meeste Portugese melkveehouders in het noorden zitten, rondom Porto. Dit zijn vaak de kleinere melkveebedrijven. De grotere melkveebedrijven zitten in Zuid-Portugal en zijn vrijwel allemaal in handen van Nederlandse melkveehouders. Er is sprake van een heuse Nederlandse enclave die elkaar via appgroepen en nu en dan ook bijeenkomsten op de hoogte houdt van het reilen en zeilen in de Portugese melkveehouderij. Ook helpen ze elkaar met praktische tips.
Nieuwe teelten bedreigen melkproductie
Hét verhaal van Zuid-Portugal is de toenemende strijd om water. Dat moet komen uit bronnen, zoals bij Marc, of via aanvoer uit de grote stuwmeren. Om de waterbehoefte in de Alentejo te dekken, is er een aantal dammen gebouwd. De bekendste is de Alqueva-dam in de Guadianarivier, waardoor een meer van 250 km² is ontstaan. Toenemende periodes van droogte zorgt ervoor dat het water schaarser wordt. Maar niet alleen dat. Van Marc en Bote, maar ook van andere Nederlandse melkveehouders die we de dagen erna bezoeken, horen we dat grote buitenlandse investeringsmaatschappijen meer en meer de grond opkopen voor moderne olijfteelt in hagen met irrigatie. Dit geldt ook voor de amandelteelt en de teelt van zachtfruit in kassen, zoals frambozen, bramen of blauwe bessen.
Hét verhaal van Portugal is de strijd om water
Het produceren van graan en vlees wordt langzaam maar zeker verdrongen door dit soort teelten. Melkveehouders in het gebied balen daarvan: het zijn teelten die jaarrond water nodig hebben en voorrang krijgen boven de productie van melk.
Voor het werk in deze teelten komen er jaarlijks duizenden arbeidsmigranten uit vooral India en Nepal naar Zuid-Portugal. Ze zetten de demografische ontwikkelingen in het land behoorlijk op de kop. Bote vertelt over de snelle opkomst van olijfgaarden in de Alentejo, een enorme transformatie van traditionele olijfgaarden naar superintensieve plantages waar veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. ‘Die olijfolie staat volop bij ons in de Nederlandse supermarkten. Het biologische spul blijft vooral hier en doen de Portugezen over hun salades.’
‘Eerst maar eens aflossen’
Marc hoort de verhalen met een glimlach aan en focust zich, samen met Ana, op z’n eigen toekomst. Er zijn plannen voor een collectief biogasproject, met mest en restproducten uit de olijventeelt. ‘En in de toekomst wil ik wel doorgroeien met het melkveebedrijf. Maar eerst maar eens een paar jaar aflossen.’ Vader Bote weet het zeker: ‘Natuurlijk zijn er ook hier uitdagingen. Maar met deze melkprijs moet Marc over een jaar of tien een mooi eind op weg zijn.’