Geert Broersma denkt in kringlopen. Door urine apart op te vangen en de optie om dikke fractie te verrijken, krijgt hij meerdere meststromen. Zo kan deze gedreven ondernemer inspelen op behoefte van zijn eigen grasland én wensen van zijn afnemers.
‘Maar dat lossen we wel op.’ Het is een veelgehoorde uitspraak tijdens een rondje door de nieuwe stal van Geert Broersma (53) in Damwoude. Geert is niet alleen een rasechte optimist, maar ook een echte pionier. Bij de bouw van zijn nieuwe stal in 2023 heeft hij, zoals hij dat zelf noemt, veel geredeneerd vanuit de dames. Samen met zijn vrouw Thea (54) heeft Geert namelijk vier dochters. Nynke (26), Anne-Rixt (24), Hilde (21) en Welmoed (18). Nynke zit in de maatschap, naast haar werk bij A-ware. Hilde is aspirant-lid van de maatschap naast haar studie Veehouderij en ook Welmoed is graag tussen de koeien te vinden. Anne-Rixt werkt in de horeca.
Samen verzorgt het gezin 200 melkkoeien en 140 stuks jongvee. De productie ligt rond de 10.000 kilo melk per koe met 4,20% vet en 3,60% eiwit. De melk belandt in het Albert Heijn-concept van A-ware. Door twee tenten als potstal te gebruiken, kon Geert al in de oude stal met eigen opfok groeien in koeien. Bij de overgang naar de nieuwe stal steeg de productie op de derde dag al met 2,5 liter melk per koe per dag. Maar niet alleen zijn dochters stonden centraal, ook aan zijn ‘koeiendames’ is nadrukkelijk gedacht in deze nieuwe serrestal. De stal is gebouwd op arbeidsefficiëntie, optimaal koecomfort en als meest opvallend: mest. Daarover later meer.
Losse melkbekers
Omdat weiden voorop staat, heeft de familie gekozen voor een melkstal. ‘Bij melkrobots moet je anders werken met batchmelken denk ik, dan zijn de kosten van de meerdere melkrobots veel te hoog’, vindt Geert, die nu naast zijn 34 hectare rond de stal ook de 38 hectare over de weg blijft gebruiken als weideplatform; als onderdeel van de 112 hectare totaal aan grasland. Over weiden zelf is Geert stellig: ‘Weiden is een krachtige manier van boeren. Maatschappelijk gezien, maar ook omdat de koeien veel taken op zich nemen. Als ik de koeien ophaal, ben ik eigenlijk aan het inkuilen en mestuitrijden ineen, je bespaart op fossiele brandstof en op loonwerkkosten.’ En vult dochter Hilde aan: ‘Het is ook gewoon een mooi gezicht.’
‘Kunstmest is maatschappelijk gewoon niet houdbaar’
De 2×16 zij-aan-zij melkstal is een technisch hoogstandje volgens het concept ‘Het Nieuwe Melken’. Alle apparatuur zit in een flinke kelder onder de melkstal. Elke stand heeft een eigen pneumatische melkarm onder de vloer. Als je een koe wilt aansluiten, gaat het klepje in de vloer waar de koeien staan open, zodat de melker de losse melkbekers aan kan sluiten. Een flinke arbeidsverlichting ten opzichte van reguliere melkstellen. Daarnaast is de putvloer uitgerust met een beweegbare vloer. De automatisch standherkenning met individuele krachtvoerverstrekking en een selectiepoort om aansluitend de koeien naar de selectieruimte, hoog- of laagproductieve groep te sturen, maakt het geheel af. De selectiepoort heeft nog last van wat technische storingen. ‘Maar dat lossen we wel op.’
Inzet op efficiëntie
Zowel de hoog- als laagproductieve koeien krijgen een rantsoen van graskuil, hooi, perspulp, sodagrain, maisbostel, voederbieten, energie- en eiwitmengsel, dit jaar in het weideseizoen aangevuld met mais. ‘Als je veel wilt weiden én melken moet je ook voeren’, is de overtuiging van Geert, die door met twee groepen te werken op voerkosten kan besparen bij de oudmelkte dieren. Alle melkkoeien gaan als één groep naar buiten, waarbij de koeien, volgens het principe van Nieuw Nederlands Weiden, elke dag een nieuw perceel van twee á drie hectare krijgen.
Ook hier weer efficiënt: geen losse draden, maar de bestaande kleinere percelen gebruiken. Elke perceel heeft bronwater en dankzij slimme betonpaden meerdere in-en uitgangen per perceel. Ook rond afkalven is alles efficiënt ingericht. De far-off groep heeft een krachtvoerbox, net als de close-up groep in het strohok. Zowel in het afkalfhok als in het strohok voor verse koeien die wat meer aandacht nodig hebben, is een cuddlebox met melkaansluiting. Zo kan één persoon heel makkelijk een koe separeren, behandelen of met de ketel met een los melkstel melken.
Vloer bevloeien met zout water
Onder de vloer van de melkstal staat, naast een waterreservoir om de dichte vloer te bevloeien, een vat met zout water. ‘Zout water kan een rol spelen in het remmen van ammoniak’, legt Geert uit. In de boxrand zit een leiding met een sproeipunt, waardoor het water over de vloer sproeit. Voor harde resultaten is het nog te vroeg, maar het brengt ons wel bij Geerts grote interesse: mest. Of nog liever: het beperken van emissie in mest. ‘Niet iedereen is zo fanatiek bezig met mest als mijn vader’, merkt Hilde wel tijdens haar opleiding. Toch is Hilde net als haar vader overtuigd dat ze met eigen mest goud in handen hebben.
De serrestal, die onder andere gebouwd is dankzij de Subsidiemodule brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen, loopt 1% op. Midden in de loopvloer zit een goot, waardoor alle urine wegloopt. Via zeven buizen komt de urine in een opvangputje en wordt vervolgens overgepompt in een grotere put. Door deze bronscheiding van mest en urine ontstaat er minder ammoniak. Daarnaast ziet de familie de urine als een waardevolle meststof en vervanger van kunstmest. ‘Kunstmest is maatschappelijk gewoon niet houdbaar’, stelt Geert scherp. De urineoverloop zit nog niet helemaal op de juiste plek, maar je raadt al wat Geert optimistisch zegt: ‘Dat lossen we wel op.’
‘Weiden is een krachtige manier van boeren’
Dit jaar heeft de familie voor het eerst geëxperimenteerd met de urine. ‘Eerst hebben we op 2,5 hectare grasland 15 kuub urine uitgereden. Ik was bang voor verbranding, maar dat ging heel goed’, vertelt Geert enthousiast, die vervolgens 10 hectare weideblok hetzelfde heeft bemest. ‘Het gras was hartstikke mooi groen en de koeien bleven het vreten.’
Automatisch instrooisysteem
De diepstrooiselboxen van de koeien zijn gevuld met stro. Broersma heeft een eigen tafel waar twee grote pakken stro op kunnen staan. De stro gaat vervolgens door een wals, vijzel en hamermolen. Dit fijngemaakte stro gaat via een buizensysteem door de stal heen en valt via de verticale buizen in de boxen. Een knap staaltje techniek, uitgevoerd door het bedrijf W.H. van der Heide. Het strooiselbed van de koeien is nog niet zo vol als de familie wil, en er zijn, zoals Geert dat noemt, nog wat ‘afsteldingetjes’ om het systeem probleemloos te laten draaien. De grootste uitdaging zit nu echter nog in de verwerking van de stromest. Een mestschuif schuift de dikke fractie achter de stal eruit, waar het in een grup belandt. Via een mestschuif loopt de mest in een verzamelput. Dan gaat het door de mestscheider of omhoog, waar Geert met een verzamelbak nog extra vaste stof toe kan voegen. Stro, maar bijvoorbeeld ook granulaat, natuurmaaisel, kleimineralen of compost die hij nu al maakt van bermmaaisel. ‘Zo kan ik allerlei soorten vaste mest maken, net wat de afnemer wil’, filosofeert Geert al verder.
Voor nu is dat nog toekomstmuziek, want het valt nog niet mee om de stromest stapelbaar te krijgen. Dankzij een menger en pomp in de verzamelput om de mest homogeen te krijgen en vervolgens een mestscheider, liggen er inmiddels weer proefbadges onder plastic. Deze ogen stapelbaar, dus dat biedt perspectief. Als Geert dit proces goed onder controle heeft, gaat hij aan de slag met het bouwen van een mestopslag.
Ondanks de uitdagingen is Geert nog vol overtuiging dat dit de juiste weg is. ‘We moeten meer in kringlopen denken. Met het zelf kunnen sturen in type mest en daar afnemers bij zoeken die dat waarderen, hebben we als melkveehouder goud in handen én de ideale mest voor je eigen land. Ook in de afbouw van derogatie kan het hebben van verschillende type meststromen helpen.’
Visie en missie
‘Onze stal is een goede stap in de juiste richting voor de toekomst van de melkveehouderij’, vindt ook Hilde. En daarbij vindt de familie het belangrijk om een eigen missie en visie te hebben. ‘Wij weten wat we willen. Het draait om balans, winstgevend zijn, efficiënt werken en niet belastend voor de omgeving. Dat is de grondslag van alle keuzes die we maken. De onbalans in wet- en regelgeving maakt dat we nu als sector door de zure appel van reductie en derogatieverlies moeten bijten. Maar juist in zulke hectiek is het zo belangrijk om te weten wat je zelf wilt’, drukt Geert zijn collega’s op het hart.
‘En juist als je je eigen visie en missie hebt, kun je meeveren als dat nodig is. Mijn vergezicht is de kunstmestgift minimaliseren. Ik werk nu al een aantal jaar met stromest en zie dat grond zich zo anders gaat gedragen zonder kunstmest, die juist verzurend werkt voor het bodemleven. Ik denk er over na om in het voorjaar dag en nacht te weiden en in augustus meer op te stallen om voldoende mest in mijn stal te krijgen, zodat ik beter kan sturen’, filosofeert de gedreven ondernemer al weer verder. Het moge duidelijk zijn: familie Broersma blijft met elkaar én met veel energie werken aan een krachtig, toekomstbestendig melkveebedrijf.