Hoe zorg je dat je drijfmest niet alleen beter van kwaliteit maar ook beter benut wordt? ‘Zorg voor een optimale eiwitbenutting, voeg lucht en dus zuurstof toe en maak gebruik van een vitalisator met zuiver water’, stelt chemicus Annette van de Knaap.

‘In cijfers zie je het amper tot niet terug, maar de drijfmest leek echt heel vlot al te veranderen van structuur. We verpompten sneller een aantal kuubs en op het land zagen we na het uitrijden al snel geen mestresten meer, wat anders langer wel het geval was. Maar om echt te staven wat het verschil maakt of oplevert, is lastig’, zegt Jos Langhout-Beemer. Zij is biologisch melkveehouder in Jelsum, bestuurslid van kenniscoöperatie Niscoo en een van de melkveehouders die dit voorjaar proefdraaide met een vitalisator. Dat is een cilinder met speciaal gezuiverd water die in de mestkelder komt te hangen.
De ervaringen die Langhout-Beemer deelt, komen overeen met die van verschillende melkveehouders die ook een vitalisator in de drijfmestkelder of opslag plaatsten. Zij spreken over drijfmest die minder stinkt, makkelijker wil mixen, mooier over land verspreidt geen of minder koek in de kelder meer vormt, beter en vlotter wordt opgenomen door de bodem en meer gewas oplevert. 

‘Minimaliseer ureum’

Voorbeeld van een vitalisator die in de drijfmestkelder hangt.

Het klinkt als een sprookje. ‘Een hoog hocus-pocus-gehalte. Ja, die opmerking krijg ik weleens te horen. Meestal van mensen die er weinig van afweten of zich er niet in willen of durven verdiepen’, zegt Annette van der Knaap. Zij is chemicus en deed eerder ervaring op met het vitaliseren bij waterzuiveringsinstallaties. Op eigen initiatief deed ze de afgelopen jaren een aantal praktijkproeven in drijfmest op verschillende melkveebedrijven. In februari deelde zij op uitnodiging van Niscoo haar bevindingen en kennis in een online bijeenkomst. ‘Ik wil benadrukken dat vitaliseren, net zoals zuurstof toevoegen aan de drijfmest, een nuttig en werkend hulpmiddel kan zijn, maar dat goede mestkwaliteit echt begint bij goed voeren. En goed voeren betekent eiwitarm voeren. Alles wat de koe aan eiwit namelijk niet goed kan omzetten in melk of vlees, eindigt in de urine en de melk als ureum. Dit zorgt niet alleen voor meer ammoniakvorming in de drijfmest, maar ook voor een mindere kwaliteit mest’, stelt Van der Knaap.

Vitalisator in de praktijk

Kenniscoöperatie Niscoo organiseert komende zomer een bijeenkomst waarbij met vitalisatoren bewerkte drijfmest wordt getoond in de mestopslag en op het land. Volg www.niscoo.nl voor nadere informatie over tijd en datum van deze bijeenkomst. 

Daarna kan vitaliseren een volgende stap zijn. Van der Knaap licht toe dat de cilinder gevuld met ‘super water’, zorgt voor elektromagnetische straling. Dit helpt de moleculen in het water – drijfmest bestaat voor 90% uit water – te ordenen. Hierdoor vermenigvuldigen de gewenste bacteriën veel sneller, met de geschetste voordelen als gevolg. ‘Dat mag voor sommigen klinken als hocus pocus, maar voor de gewone chemicus is water niets meer dan H₂O. Praat je met een gespecialiseerde wateronderzoeker, zoals de Japanner Masuru Emoto, dan vertelt die over de enorme variatie in molecuulstructuren van water en hoe dat de kwaliteit van het leven in het water beïnvloedt. Het verschil kun je zelf zien als het water bevriest. De watermoleculen zijn dan in vaste vorm te bewonderen en hebben bij schoon water van een hoge kwaliteit een veel mooiere kristalvorming dan bijvoorbeeld vervuild water of water van een mindere kwaliteit. Zo werkt het voor het microleven in drijfmest ook.’ 

Snel resultaat zichtbaar

Van der Knaap voerde in 2017 in Brabant bij enkele melkveebedrijven praktijkproeven uit met een Grander, een van de beschikbare type vitalisatoren. ‘Slechts acht dagen voorafgaande aan het uitrijden hebben we de Grander in de mestkelder gehangen en tegelijkertijd, met hulp van een compressor, tijdens het mixen lucht in de mest meegegeven. De veehouder heeft de mest toen voorzichtig gemixt. Met het blote oog was zichtbaar dat de drijfmest binnen enkele dagen in een soort spinaziesoep veranderde in plaats van een taaie drijfmest met korst erop. We hebben stroken met bewerkte en onbewerkte drijfmest naast elkaar bekeken en duidelijk was te zien dat de bodem de met de vitalisator bewerkte mest veel sneller opnam.
Een andere ervaring vanuit de praktijkproeven is het breken van een grote koek die op een mestopslag dreef. ‘Een nacht de vitalisator in de mestsilo en er zaten meteen grote gaten in de dikke koek. De vitalisator hielp hierbij, maar vooral ook in de combinatie met lucht inbrengen in de drijfmest.’
Het inlaten van lucht, en dus zuurstof, in de drijfmest, noemt Van der Knaap minstens zo nuttig als het gebruik van een vitalisator. Zeker bij stallen waar de drijfmest onder een dichte vloer wordt opgeslagen. ‘Zonder regelmatige, of liefst continu, toevoer van zuurstof in de drijfmest, krijgen ongewenste anaerobe bacteriën veel kans. Die zorgen voor het rottingsproces in plaats van het rijpingsproces dat je wenst. Het gevolg van geen of te weinig zuurstoftoevoer is een koek op de mest en een kwaliteitsval van de drijfmest.’

‘Resultaten zijn binnen enkele dagen met het blote oog goed te zien’

Van der Knaap stelt dat een beetje zuurstof toevoegen al enorm kan helpen. ‘Met een beetje bedoel ik bijvoorbeeld een slang met luchtgaatjes op de kelderbodem leggen en deze aansluiten op een aquariumpomp. Dat kost amper vermogen en is voor veel melkveehouders zelf in elkaar te knutselen. Iedere melkveehouder moet ook zelf bekijken hoe dat op zijn of haar bedrijf het beste toe te passen is. Omdat elke stal en mestopslag anders is, maar ook omdat de industrie hier niets aan verdient, zijn er amper tot geen eenvoudige systemen op de markt. Je hebt bijvoorbeeld wel het Aeromix-systeem dat de mest periodiek in beweging brengt. Dat kan ook goed werken, omdat het ook het mixen vervangt, maar hierbij praat je over een forse investering. Zuurstofrijke lucht toevoegen via bijvoorbeeld een tyleenslang en een pompje hoeft weinig te kosten.’

Gebruik en kosten delen

Een vitalisator kost wel wat. Zo’n € 1.000 tot € 1.250 per stuk. ‘Maar die kun je eventueel ook als veehouders gezamenlijk aanschaffen’, tipt Van der Knaap. Zij benadrukt daarbij zelf geen enkel commercieel belang te hebben. ‘Vanuit mijn kennis en achtergrond heb ik deze mogelijkheden op enkele plaatsen in de praktijk kunnen uittesten. De praktijk laat in drijfmest, net als in drinkwater, goede resultaten zien en grotendeels vind ik die ook verklaarbaar. Deze kennis en ervaring deel ik louter om de sector vooruit te helpen. Ondertussen doen wetenschappelijke onderzoekers overal ter wereld ook hun best om de achterliggende theorie te doorgronden, want er gebeurt steeds meer onderzoek op het gebied van vitalisatie van water, mest, zaden en pootgoed, bloemen en fruit. Juist  omdat het in de praktijk zo fantastisch blijkt te werken. Daarom zeg ik tegen veehouders: kijk bij en luister naar collega’s die er ervaring mee opdeden en doe er uw voordeel mee.’

Annette van der Knaap neemt een drijfmestmonster. Foto: Geesje Rotgers.
Vorig artikelStalvoeren met de Juno
Volgend artikelSander Hofstee: ‘Een kalf eet jou nooit arm’