Melkveehouder Ad Ketelaars (53) heeft naar alle waarschijnlijkheid geen opvolger. Nadat hij jarenlang gewend was om nieuwe piketpaaltjes te plaatsen, zoekt hij nu naar een concrete invulling voor de nieuwe fase op zijn bedrijf. 

In het wijd uitgestrekte buitengebied van Dronten runt Ad Ketelaars een typisch Flevolands melkveebedrijf, met veel tijdelijk grasland. ‘We doen hier volop aan wisselbouw met akkerbouwers en bollenboeren’, vertelt Ketelaars, die z’n gras op akkerbouwmatige wijze teelt en daarmee goede opbrengsten behaalt. ‘Ik verbaas me nog ieder jaar over de kwaliteit van de grond.’

Twee A4-robots

De melkveehouder heeft sinds 2011 twee Lely A4-melkrobots in gebruik. Het ging destijds om de eerste uitgeleverde robots van dat type. ‘Tijdens de gesprekken met het Lely Center besloten we om als één van de eersten over te gaan op A4-robots’, aldus Ketelaars, die afscheid nam van een 2×7-visgraat melkstal. 

Ad en Cecile Ketelaars: ‘Het is onwaarschijnlijk dat wij een opvolger hebben.’

De keuze voor automatisch melken ging gepaard met bedrijfsuitbreiding. Ketelaars verbreedde zijn stal en investeerde in extra melkquotum. ‘De robots geven ons meer tijd en ruimte. Ik vind het leven naast de boerderij ook belangrijk. Ik zag het niet zitten om te investeren in een grote melkstal en met personeel te werken. Bovendien ben ik met 130 koeien gelukkiger dan met 250 koeien’, zegt Ketelaars, die financieel goed draait met de robots. ‘Ik heb nooit geloofd dat robots te duur zijn. De cijfers geven me gelijk.’
Het rollend jaargemiddelde ligt op 10.873 liter, met 4,35% vet en 3,51% eiwit. De gemiddelde levensproductie bij afvoer – gemiddeld bij 6,04 jaar – is 46.769 kilo melk.

Deelweidegang

Ketelaars past deelweidegang toe op zijn bedrijf. Hij heeft 4 hectare blijvend grasland, verdeeld over twee blokken van 2 hectare. Na het binnenhalen van de eerste snede gras hebben melkgevende koeien van 7.30 tot 15.00 uur de vrije mogelijkheid om naar buiten te gaan. Droge koeien hebben een permanente uitloop. ‘We doen het niet voor het geld.

‘Met 130 koeien ben ik gelukkiger dan met 250’

Het is een prachtig gezicht en het kost ons weinig werk én melk. Het is bovendien goed voor de diergezondheid’, zegt Ketelaars, die gemiddeld op 2,75 melkbeurten per koe per dag zit.

Nieuwe fase

Ketelaars heeft z’n blik altijd op de toekomst gericht gehad, waarbij hij durfde te investeren. Exact 25 jaar na de verhuizing van Noord-Brabant naar de Flevopolder vraagt Ketelaars zich af hoe hij met zijn bedrijf invulling wil geven aan de toekomst. ‘We gaan een nieuwe fase in. Het is onwaarschijnlijk dat mijn vrouw Cecile en ik een opvolger hebben.’
2022 was een goed jaar. Ketelaars investeerde recent in nieuwe stalverlichting, negen ventilatoren en vijftig extra zonnepanelen. De A4-melkrobots heeft hij door de jaren heen altijd up-to-date gehouden. De pulsators, afsluiters en lasers werden met de tijd vervangen. ‘Als de A4’s niet zouden functioneren dan was ik de eerste geweest om ze weg te doen. Maar met een opvolger hadden we misschien al gekozen voor A5-melkrobots.’

Vorig artikel‘Ik streef naar ruwvoer dat de koe echt graag vreet’
Volgend artikelWordt Noorden het melkmekka van Nederland?