Echte koeienman Sybren Nauta stapte in juni over op driemaal daags melken. De melkveehouder let scherp op de gezondheid van zijn dieren en laat daarom de vetzuren NEFA en DeNovo meten.

Met gepaste trots laat Sybren Nauta zijn ‘wall of fame’ zien. De goedlachse melkveehouder uit het Friese Itens geniet dagelijks van de vijf fraaie borden aan de muur van zijn kantoor/kantine in de skybox van de ligboxenstal. De wanddecoraties verwijzen naar de vijf 100.000 liter koeien die maatschap Nauta-Miedema de afgelopen jaren fokte. ‘We hebben de wandborden gekregen van Melkcontrole Nijland. De borden worden geschonken bij alle honderdtonners en koeien die 10.000 kilo vet en eiwit hebben gehaald.’

Begin 2021 passeerden liefst drie koeien vrijwel gelijktijdig de magische productiegrens. De prestaties van Astro Henki 71, Astro Brigitte 5 en Himster Ageeth 49 staan niet op zich. Ze zijn het resultaat van de tomeloze inzet van Sybren. ‘Op dit moment hebben we weer drie koeien die tegen de grens van 100.000 liter aanzitten’, vertelt de melkveehouder eind oktober.

Bedrijfsgegevens

Sybren Nauta (35) heeft in maatschap met zijn vrouw Elbrich Miedema – die werkzaam is als IC-verpleegkundige in het Leeuwarder ziekenhuis MCL – een melkveebedrijf in het Friese Itens. Ze houden 110 melk- en kalfkoeien met bijbehorend jongvee. Het rollend jaargemiddelde op het bedrijf zit nu op 10.914 liter, met 4,14% vet en 3,57% eiwit. Ze hebben 55 hectare in gebruik. Sinds vier jaar krijgen de koeien weidegang. De melk gaat naar FrieslandCampina. Dit jaar verwachten ze 1,2 miljoen kilo melk af te leveren.


Sybren is graag tussen de koeien te vinden. Hij is fokkerijliefhebber en kent alle koeien bij naam. De melkveehouder fokt op standaard productiekenmerken, waarbij hij uitsluitend betrouwbare stieren inzet. ‘Daarbij vind ik ook het aanhoudingspercentage van groot belang.’ De koeien op zijn bedrijf worden gemiddeld 7 jaar en 6 maanden oud en zijn in die periode goed voor gemiddeld 52.286 kilo melk. ‘Wij passen goed op onze dieren, ook al worden we in de media als boeren soms in een kwaad daglicht gesteld.’

Humeur niet verpesten

De gedreven en enthousiaste melkveehouder laat zijn goede humeur niet verpesten door negatieve berichtgeving. ‘Je hebt er toch weinig invloed op.’ Hij focust zich liever op zaken waar hij wel energie uit haalt en invloed op heeft. ‘Ik volg alle ontwikkelingen op afstand. Natuurlijk wordt het er niet leuker op met de stikstofperikelen en de afschaffing van de derogatie.’

Extra melkbeurt

Sinds 1 juni wordt er bij maatschap Nauta-Miedema driemaal daags gemolken  ‘Ik was eigenlijk al wat langer van plan om dat te gaan doen. Dit jaar was de tijd er rijp voor. De melkprijs is goed, mijn energieprijs ligt voor langere tijd vast én er was een melker beschikbaar’, zo vertelt Sybren, die ’s ochtends en ’s avonds melkt. ’s Middags komt er een melker van AB Vakwerk. De melktijden zijn 05.00, 13.00 en 20.00 uur. ‘In 2020 hebben we de melkstal uitgebreid van 2×6 naar een 2×10 zij-aan-zij, zodat de melkbeurten vlotter verlopen. Dat is niet onbelangrijk als je drie keer daags gaat melken.’

Na een paar maanden is het wat Sybren betreft nog te vroeg om de overstap van tweemaal naar driemaal daags melken goed te evalueren. Wel ziet hij duidelijke pluspunten als het gaat over diergezondheid en productie. ‘De uiergezondheid is verbeterd. Voorheen zag ik vaak uitliggers in de boxen. Daar is nu geen sprake meer van.’ Ook is de productie met 13% gestegen. Vanwege de extra melkbeurt zit de productie momenteel op 38 kilo melk per koe. Het percentage vet is inmiddels wel wat weggezakt naar 3,77%, maar het eiwit blijft wel op niveau met 3,71%. ‘Het loopt gewoon goed. Ik sta graag in de melkstal en met een opdrijfhek en goede selectiemogelijkheden is het fijn werken.’

Meer grip op diergezondheid


Sybren houdt de gezondheid van zijn dieren doorlopend in de gaten. Hij dacht goed na over de looplijnen in de stal. De bekapbox bevindt zich op een vaste plek. Iedere 80 tot 100 dagen gaat hij tot actie over. ‘Voorkomen is beter dan genezen. Ik doe m’n oorkleppen op en zet een muziekje aan. Naast het bekappen is de vruchtbaarheid natuurlijk een belangrijk onderdeel. Ik heb iedere 14 dagen drachtcontrole. Zo zitten we er bovenop’, vertelt Sybren, die alle koeien ook tweewekelijks door een voetbad laat gaan. ‘Dat is preventief, maar ik ben er wel heel consequent in.’

‘Die ene euro per koe heb je zo terugverdiend’


De conditie (BCS) van de koeien wordt voorafgaand aan de droogstand beoordeeld door de dierenarts. Op basis daarvan bepaalt Sybren de lengte van de droogstand. ‘Tijdens de droogstand krijgen de koeien smakelijk natuurhooi en brok. Van broei is geen sprake, dus de voeropname is goed. Daarbij is het ook weinig werk.’

Sturen via de melk


Sybren ziet zijn koeien dagelijks meerdere keren voorbijkomen. Hij doet veel op het blote oog. Hij maakt geen gebruik van stappentellers of activiteitsmeting. Sinds vorig jaar laat hij door Melkcontrole Nijland de vetzuren NEFA en DeNovo meten. De uitslagen zijn voor hem een waardevolle toevoeging aan zijn bedrijfsvoering.

Bij een NEFA-waarde hoger dan 800 milliequivalent per liter is er sprake van slepende melkziekte en is het zaak om het betreffende dier te behandelen. Sybren selecteert dieren met een te hoge NEFA-waarde direct uit en behandelt hen met propyleenglycol. ‘Gedurende drie à vier dagen krijgen deze koeien tweemaal daags 300 milliliter toegediend.’

Een laag percentage DeNovo (nieuw gevormde vetzuren) kan wijzen op een te lage voeropname. Bij waarden onder 18% is er een sterk verhoogde kans op het ontstaan van lebmaagdraaiing. ‘Vaak zijn de uitslagen een bevestiging van datgene wat je al weet, maar sommige dingen zie je gewoon niet altijd. Dan word je toch even verrast. Ik ben er best fanatiek mee bezig. Het houdt me scherp.’

De extra kosten van € 1 per koe per jaar zijn volgens hem te verwaarlozen. ‘Daar hoef je niks voor te doen. Die ene euro haal je er zo uit. De uitslagen zijn snel binnen, zodat ik indien nodig ook snel kan handelen.’

Sturen op koesaldo

Sybren selecteert dieren met een te hoge NEFA-waarde direct uit en behandelt hen met propyleenglycol.


In 2012 zette Sybren met de bouw van een jongveestal een flinke stap voorwaarts. ‘Met die extra stal hebben we vijf zaken aangepakt: mestopslag, jongveeopfok, droogstand, overbezetting en looplijnen.’
De bedrijfsvoering van de Friese melkveehouder is met het oog op de toekomst niet zozeer gericht op groeien. Hij zet in op optimaliseren en stuurt op het verhogen van het koesaldo. ‘Iedere koe moet hier raak zijn.’

Vorig artikel‘Banken beoordelen echt anders, leer daarop te anticiperen’
Volgend artikelRenze Broekens: ‘Je ontkomt niet aan precisielandbouw’