Melkveehouders Aardema in Schoonebeek melken binnenkort in een 2×12 rapid exit melkstal waarin de tepelbekers uit de vloer komen. Door het kopen van een tweedehands rapid exit frame, gebruikte melkapparatuur en veel eigen arbeid, drukken de ondernemers de kosten.
Kijk je rond op het bedrijf van Jan, Henny en Mindert Aardema in Schoonebeek dan zie je al snel dat we hier te maken hebben met boeren die gespitst zijn op het in de hand houden van de kosten. Mindert (32) wijst naar de ligboxenstal: ‘In 2014 bouwden we in eigen beheer een ligboxenstal voor € 2.200 per ligplaats.’ Mindert hoopt het bedrijf binnen enkele jaren over te nemen van zijn ouders Jan (64) en Henny (62). Momenteel werkt Mindert nog drie dagen per week bij een grote akkerbouwer. Dat verhindert hem niet om vele uren actief te zijn op het eigen melkveebedrijf. De afgelopen twee jaar staken Jan en Mindert veel tijd in de bouw van een nieuwe melkstal.
De melkstal is een logisch vervolg op de komst van de ligboxenstal in 2014. ‘In 1980 bouwde ik met Henny een voerligboxenstal voor 62 melkkoeien. Ik dacht dat die groot genoeg zou zijn voor de rest van mijn carrière als melkveehouder. Maar dat bleek niet het geval. De voerligboxenstal werd te krap en niet meer de ideale huisvesting voor onze melkkoeien. Dat uitte zich onder meer in een hogere celgetaldruk dan ons lief was’, aldus Jan.
Nieuwe melkerij op nieuwe plek
Sinds 1980 melkt Aardema in een 2×5 visgraatmelkstal die is gesitueerd in het voormalige achterhuis van de boerderij. Deze melkstal is versleten, gedateerd en heeft te weinig capaciteit voor de melkveestapel die momenteel uit 90 koeien bestaat. ‘Eerst dachten we aan het vervangen van de visgraatmelkstal door een nieuw, groter exemplaar op dezelfde plek’, vertelt Mindert. ‘Vooral omdat we zo’n melkstal gewend waren.’ Jan: ‘Maar een nieuwe melkstal op de plek van de oude zou betekenen dat er eerst een tijdelijke melkstal zou moeten komen. Dat zagen we niet zo zitten.’
Ook de optie om automatisch te gaan melken passeerde de revue. Maar die viel al snel weer af. Mindert: ‘Bij een robot moet je 24 uur per dag beschikbaar zijn. Bij een melkstal hoeft dat niet meer dan drie van de 24 uur te zijn. En tijdens het melken krijg je al je koeien onder ogen. Maar minstens zo belangrijk: we vinden de kosten van automatisch melken te hoog. Dat komt onder meer omdat we nog niet genoeg koeien hebben om de capaciteit van twee robotboxen optimaal te benutten.’
Het denken over en zoeken naar melkstallen ging verder. Via internet kwamen de melkveehouders drie jaar geleden op het spoor van een gebruikte 2×12 rapid exit melkstal inclusief Gascoigne Melotte (GM) melkapparatuur. Deze stal bleek precies te passen in het voorste deel van de voormalige voerligboxenstal. Voor € 7.000 verwisselde de rapid exit van eigenaar.
Het nieuwe melken
In dezelfde periode maakten Jan en Mindert kennis met het ‘Nieuwe Melken’. Bij ‘Het Nieuwe Melken’ komen de melkbekers uit de grond omhoog door middel van perslucht.
‘We gingen naar een open dag bij een melkveehouder met dit systeem en raakten meteen enthousiast. Bij dit systeem heb je geen melkklauwen meer. Je gebruikt beide handen om de tepelbekers aan te sluiten en werkt daardoor een stuk sneller’, vertelt Mindert. Het enthousiasme van vader en zoon viel op bij ontwikkelaar en leverancier Jan Castelein, die de twee melkveehouders uitnodigde om eens te komen proefmelken. Jan: melken in een zij-aan-zij stal waarbij je tussen de achterpoten door aansluit, was voor mij wel even wennen als verstokte visgraatboer. We raakten echter nog enthousiaster dan we al waren. Dit systeem maakt melken een stuk minder belastend.’
‘De grootste besparing zit in minder arbeidsloon’
In overleg met de eigen SAC dealer Wijha bv in Hardenberg en Jan Castelein maakten de Aardema’s een plan om het nieuwe melken te combineren met het aangekochte rapid exit frame, in de oude melkstal aanwezige SAC melkapparatuur en bij te kopen gebruikte melkapparatuur.
Voor € 4.000 verkocht Mindert de GM -melkapparatuur die ze met de rapid exit stal in huis haalden.
Eén zijde bijna klaar
Inmiddels zijn we een paar jaar verder. Eén zijde van de nieuwe melkstal is bijna klaar. Het meeste werk hebben Mindert en Jan zelf gedaan. Voor bouwwerkzaamheden konden ze terugvallen op een ZZP’er die hen één dag per week hielp.
Bedrijfsgegevens
Jan, Henny en zoon Mindert Aardema hebben in Schoonebeek (Dr.) een melkveebedrijf met 90 koeien en bijbehorend jongvee. Bij het bedrijf hoort 60 hectare grond, waarvan 12 hectare in gebruik is voor de teelt van snijmais, de rest is grasland. De gemiddelde jaarproductie van de koeien is 9.200 kilo met 4,75 % vet en 3,75 % eiwit.
Om de nieuwe melkstal in de voerligboxenstal te krijgen, moest er inpandig flink wat gebeuren. Per saldo verdwenen 16 ligboxen. Bij het nieuwe melken is er een loopruimte nodig onder de melkstanden om bij de daar aanwezige apparatuur te kunnen. Daartoe maakten de Aardema’s een put van drie meter diep in de grond.
Ook doet de kelder dienst om technische zaken als de melkpomp en de hydrauliekunit van de rapid exit een plek te geven. Omdat het GM-besturingssysteem niet meer te gebruiken was, maakte Mindert zelf een nieuwe besturingskast voor bediening van de rapid exit. ‘Gelukkig ben ik redelijk handig. In het verleden heb ik enige jaren bij een melkmachinedealer gewerkt.’
Het is de bedoeling om binnen een paar weken één zijde van de nieuwe melkstal in gebruik te nemen. Dan volgt een volgende fase in het proces. De apparatuur voor de andere zijde van de melkstal moet uit de huidige melkstal komen. Dit kan pas als die stal buiten gebruik is.
Na het overzetten van de apparatuur volgt volledige ontmanteling en sloop van de oude melkstal. ‘We gaan van de ruimte die vrijkomt een onderkelderde wachtruimte maken.’
Met de afronding van de nieuwe melkstal, de sloop van de oude en de bouw van de wachtruimte zullen een aantal maanden gemoeid zijn, schatten Mindert en Jan. Ze mikken er op dat in oktober alles klaar is. ‘En in ieder geval voor aanvang van het nieuwe stalseizoen.’
Grote besparing
Mindert geeft aan dat de verbouwing van voerligboxenstal tot melkstal ongeveer € 20.000 heeft gekost. Daar komt € 3.000 bij voor het rapid exit frame en € 3.500 aan gebruikte melkapparatuur. Wat ze precies kwijt zijn aan de techniek voor ‘Het Nieuwe Melken’ vermelden de maten liever niet in de krant.
Jan: ‘De grootste besparing die we realiseren is niet de aankoop van gebruikte apparatuur, maar arbeidsloon dat we niet hoeven te betalen omdat we de afgelopen paar jaar heel veel zelf hebben gedaan. Die besparing was alleen haalbaar doordat Mindert ook in het bedrijf werkt.’
De ondernemers zijn van plan om de komende jaren de melkveestapel geleidelijk te laten groeien; alleen met eigen aanwas om de gunstige gezondheidsstatus van de veestapel niet in de waagschaal te stellen. In de stal is nog ruimte voor zo’n 35 koeien extra. ‘Voorlopig kunnen we vooruit.’